De 10 geboden van DUPAN: deel 6 van 10
DUPAN bestaat dit jaar 10 jaar. In het kader daarvan kijkt DUPAN terug op 10 jaar samenwerking; in Nederland, in Europa, door de overheid, wetenschap, natuurorganisaties en de sector. 10 jaar waarin de wereld rondom paling veranderde van ‘onwetend’ naar ‘bewust’ en waarin met vereende krachten veel werd bereikt.
Natuurbeheer is een belangrijk doel bij de uitzet van paling
De 30% visserij die na de ingevoerde beperkingen over is zal, mits goed beheerd, een belangrijke bijdrage zijn aan monitoring, herbevolking met jonge palingen, Paling Over De Dijk van volwassen palingen en daarmee aan natuurherstel. Het zijn de beroepsvissers, die met hun materieel en hun eeuwenlang opgebouwde kennis, zorgvuldig uitvoering geven aan de vele projecten en zo de natuur een handje helpen. Elk voorjaar worden er miljoenen jonge palinkjes in Nederland uitgezet. Die herbevolking lukt alleen met de kennis van de vissers.
Heeft jonge paling uitzetten wel nut?
Daar kunnen we kort over zijn; Ja! Jonge paling hoopt zich bij de riviermondingen in Engeland en Frankrijk massaal op. Ze kunnen niet landinwaarts trekken naar het zoete water om op te groeien, want de kusten zijn hermetisch afgesloten. Als we ze daar niet opvangen, verdwijnen ze in de magen van grotere vissen of vogels. Door ze elders in Europa in het zoete water te zetten, in gezonde opgroeigebieden, geven we de palingstand een impuls en zorgen we ervoor dat de jaarlijkse schieraal-uitrek naar zee op den duur kan toenemen. Zo wordt bijvoorbeeld in de gezonde waterboezem van Friesland elk jaar de maximale hoeveelheid jonge palinkjes uitgezet. De natuur heeft biologisch gezien zijn grenzen, vandaar dat er niet verder wordt gegaan dan het jaarlijkse maximum aantal palingen per hectare leefgebied. Maar er wordt daar door beroepsvissers ook gevist. Juist in Friesland is de visserij op paling streng gereguleerd met een vangstquotum. Met een dergelijk systeem neemt de palingstand versneld toe en daarmee ook de hoeveelheid volwassen paling die naar zee trekt. En dat laatste is het doel van alle herbevolkingsprojecten met paling.
Niet alleen jonge, maar ook volwassen paling helpen
Het naar geschikt opgroeigebied brengen van jonge palingen is in Nederland goed georganiseerd. Herbevolken gebeurt alleen in geselecteerde gezonde wateren, vanwaar de paling als ze volwassen is een goede mogelijkheid heeft om naar zee te kunnen zwemmen. We voldoen niet alleen aan de richtlijnen van de EU Aalregulering, maar we doen nog meer dan dat. Europa verplicht deelstaten alleen om jonge paling uit te zetten. Nederland wierp zich in 2012 echter al op als gidsland, door ook volwassen palingen over de dijk naar zee te helpen. De migratie van paling is immers cyclisch; in het vroege voorjaar willen de jonkies naar zoet water. In het najaar vertrekken volwassen schieralen juist naar zee. Waarom de jonkies wel helpen, maar de volwassenen voor dezelfde dichte deuren laten? Daarom zijn er op diverse knalpunten in Nederland Paling Over De Dijk projecten, waarbij waterbeheerders, beroeps- en sportvissers samenwerken om volwassen palingen te helpen de zee te bereiken.
Uitzetten van paling geeft een directe impuls
Het herbevolken met jonge paling zorgt voor een directe impuls voor de palingstand. Het over de dijk helpen van volwassen paling heeft een indirect effect; na ongeveer 2 jaar zorgt dit met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid voor meer jonge paling aan de Europese kusten. Elke geredde schieraal zorgt in potentie voor 1 tot 4 miljoen larfjes. De precieze effecten weten we niet; het wetenschappelijk onderzoek dat het bewijs moet leveren is er niet, en komt er voorlopig ook niet vanwege de enorme complexiteit (zie opnieuw het positioning paper van SEG). Maar dat betekent natuurlijk niet dat we op onze handen moeten gaan zitten. Want wat we wel zien is dat, twee jaar nadat al die maatregelen om de paling te beschermen zijn genomen, de aankomst van jonge palingen (glasaaltjes) een stijgende trend vertoont. Hoewel het effect van herbevolking niet wetenschappelijk is vastgesteld, kunnen we wellicht vertrouwen op het spreekwoordelijke boerenverstand.
Besef wel, menselijke hulp voor de paling is een tijdelijke maatregel
Hoe goed het uitzetten als maatregel ook is, het is niet de ultieme oplossing om de paling in Nederland en Europa te helpen. Dat is het herstel van de migratieroutes, ofwel ervoor zorgen dat jonge paling zelfstandig het zoete water kan bereiken, veilig langs barrières als waterkrachtcentrales en gemalen kan zwemmen en als ze volwassen is, de kustwateren weer kan bereiken. Maar zolang dat nog niet is geregeld (gezien de kosten om alle hindernissen aan te passen zal het nog wel een aantal decennia duren), blijft menselijke hulp voor de paling, zoals uitzetten of herbevolking, een uitstekende tijdelijke oplossing.