Historisch grote hoeveelheid jonge paling

23 April 2020

Goed aalbeheer loont, volgens de laatste berichten

2020 is een geweldig jaar voor de intrek van glasaal, ofwel jonge paling. Zulke hoeveelheden jonge paling hebben ze in de afgelopen 25 jaar nog nooit gezien, zeggen vissers uit Groot-Brittannië. Een video toont het indrukwekkende spektakel.

Niet alleen in de delta van de Severn, de langste rivier van het Verenigd Koninkrijk, observeerden vissers en onderzoekers het indrukwekkende natuurspektakel. Zulke grote hoeveelheden jonge paling waren in het verleden ook niet ongebruikelijk in Duitsland. Het valt nog te bezien of we dit jaar overal soortgelijke hoeveelheden zien, mar in Nederland zijn de waarnemingen prima te noemen, getuige de berichten van het Friese wetterskip Palingexpert Florian Stein van de Sustainable Eel Group (SEG) toont zich blij met de nieuwe cijfers en plaatst meteen ook maar een kanttekening:

Het is jammer dat we het beste glasaaljaar sinds lange tijd lijken te hebben, maar dit niet representatief zal zijn in de officiële meetgegevens, aangezien wetenschappelijke veldonderzoeken, maar ook de commerciële visserij, als gevolg van CoVid 19, in verschillende Europese landen sinds enkele weken zijn stopgezet”, aldus Stein. Sinds 2011 is er een positieve trend in de intrek van glasaal aan de Europese kusten, na een daling in de drie decennia daarvoor. Dat geeft alle reden tot hoop.”

Eindrapport EU-evaluatie aalregulering

20 April 2020

De conclusie van die evaluatie door de Europese Commissie is dat de huidige aalverordening voldoet. Deze wordt dan ook niet gewijzigd. In de samenvatting van het evaluatierapport staat het volgende:

“De EU-palingverordening (2007) verplichtte de lidstaten (lidstaten) om aalbeheerplannen op te stellen voor hun stroomgebieden, die belangrijke palingleefgebieden vormen. De belangrijkste maatregelen waren onder meer het terugdringen van de visserijsterfte en het verbeteren van de uittrek van schieraal, voornamelijk door de migratieroutes te verbeteren. Bij deze evaluatie is onderzocht of er wijzigingen in de verordening en/ of de uitvoering ervan nodig zijn.

Op het eerste gezicht is de vooruitgang sinds 2007 tot aan nu beperkt gebleven. Het herstel van het aalbestand wordt echter gezien als een proces op lange termijn en men gaat er vanuit dat de verordening zowel relevant is als doeltreffend na verloop van tijd. Er zijn opmerkelijke successen geboekt op het gebied van het terugdringen van de visserijsterfte, het verbeteren van de rivierconnectiviteit en het verbeteren van de traceerbaarheid van de palingvoorzieningsketen binnen de EU.

Hoewel de verordening nog steeds relevant is, moet de uitvoering ervan aanzienlijk worden verbeterd, vooral wanneer het gaat om niet-visserijgerelateerde sterfte die door de mens wordt veroorzaakt.” Met dat laatste wordt met name de sterfte door gemalen en waterkrachtcentrales mee bedoeld.

Lees ook:

–       Internationale wetenschap ziet herstel van de palingstand

–       De paling wordt geenszins met uitsterven bedreigd

Foto: om het effect van gemalen en waterkrachtcentrales te verminderen zolang deze niet voor de palingtrek geschikt zijn, zet DUPAN sinds 2012 jaarlijks vele duizenden palingen “over de dijk” op vrije trekroutes naar zee.

Proeven van palingpracht

Zaterdag 28 maart 2020 schreef de Telegraaf een artikel over de paling. Dupan voorzitter Alex Koelewijn werd geïnterviewd voor het stuk. Je vindt het artikel hier: Proeven van palingpracht.

De paling wordt geenszins met uitsterven bedreigd

11 Maart 2020

Dr. Willem Dekker, de gerenommeerde Nederlandse palingwetenschapper van de Zweedse universiteit SLU deed zijn uitspraak vandaag tijdens de palingconferentie in het Duitse Potsdam, waar vertegenwoordigers van de politiek, de internationale wetenschap en natuurorganisaties, en de Europese sector de laatste stand van zaken rond de palingstand bespraken.

Wetenschapper Willem Dekker zette in de 80-er jaren de verslechterende toestand van de aal op de politieke kaart. Volgens hem is de palingstand op een historisch laag niveau, maar laat sinds 2011 gelukkig een begin van herstel zien. Door sommigen wordt een beeld geschetst dat de soort op uitsterven staat, maar daarvan is volgens Dekker, bij lange na geen sprake. “Om te beoordelen of een diersoort zich werkelijk in kritieke toestand bevindt, heeft de IUCN een reeks van criteria opgesteld. Toepassing van deze criteria laat zien, dat dit voor paling niet het geval is. De soort is de afgelopen vier-vijf decennia echter wel met 90% afgenomen. Als er in 2009 geen beschermingsmaatregelen zouden zijn genomen, dan zou er op een dag wel sprake kunnen zijn van een kritieke toestand.”

IUCN beoordeelt de paling als “critically endangered”, ondanks dat de soort aan vier van de vijf criteria daarvoor bij lange na niet voldoet. Volgens Dekker is die beoordeling niet nuttig, omdat het niet informeert over de huidige, verbeterende toestand, en niet bijdraagt aan de zo broodnodige bescherming. Hij betwijfelt of de beoordeling als “critically endangered”, op grond van alleen de 90% afname, wel correct is. 

Willem Dekker: “Sinds 2011, twee jaar na de invoering van de Europese Aalverordening, zien we de hoeveelheid jonge paling toenemen. Een risico op uitsterven is dan ook absoluut niet aan de orde. Van een volledig herstel van de palingstand is echter ook geen sprake. Dat gaat om biologische redenen nog heel lang duren en dat maak ik in mijn leven helaas niet meer mee. Er moet door veel Europese landen nog veel worden gedaan om alle maatregelen in de Aalverordening uit te voeren. Maar de inspanning van veel andere landen zijn tot nu toe succesvol gebleken. We hebben daarmee een klein wonder verricht.”  

Vorig jaar baarde Willem Dekker, die deel uit maakt van de ICES-wetenschappelijke werkgroep Working Group for Eel, opzien met de presentatie van de nieuwste cijfers over de aanwas van jonge paling sinds 2011. Daaruit bleek dat het aantal jongen jaarlijks met 8,5% stijgt.

Alex Koelewijn, voorzitter van Stichting DUPAN, die zich sterk maakt voor verbetering van de palingstand sprak namens de Nederlandse sector tijdens de conferentie in Potsdam. Hij herkende zich in de conclusies van Willem Dekker: “Wij rapporteren al jaren dat de palingstand duidelijke tekenen van herstel vertoont, maar we krijgen daarvoor niet bij iedereen gehoor. Dat de wetenschap deze bevindingen bevestigd, is voor de sector een hart onder de riem en geeft ons de motivatie om door te gaan op de in 2009 ingeslagen weg om de palingstand blijvend te verbeteren. Op die manier kunnen we ook in de verre toekomst blijven genieten van de natuur en van de cultuur die paling in Nederland en Europa omringt.”

1,2 miljoen palingen verhuisd naar Zeeland

Wageningen, 6 maart 2020 –De Zeeuwse kreken en meren kregen er vandaag ruim 1.250.000 jonge inwoners bij. Het betreft glasaaltjes, jonge palingen die verhuisden van overbevolkte riviermondingen in Frankrijk naar Zeeland, waar te weinig paling is. De palingstand in Zeeland kreeg daarmee een flinke impuls. Stichting DUPAN coördineerde dit herbevolkingsproject in opdracht van het ministerie van LNV.

De uitzet van deze uitzonderlijk grote hoeveelheden jonge palingen (glasaal) is mogelijk geworden door de sterk gestegen, natuurlijke aankomst van jonge palingen (glasaal) aan de Europese kusten. Vanaf 2011 laat de aankomst van jonge palingen aan de Europese kusten een duidelijke stijging zien. Omdat de Nederlandse kusten ondoordringbaar zijn voor jonge palingen, wordt een deel van de glasaal zie zich in Frankijk massaal ophoopt, in Nederland uitgezet.

De uitzet van de jonge palingen vond plaats banuit Wolphaartsdijk, aan het Veersemeer in Zeeland.De paling werd uitgezet door Zeeuwse beroepsvissers Marcel van de Kreeke en Wim de Ridder. Er werd ruim 412 kilo glasaal uitgezet. Dat zijn ongeveer 1.250.000 jonge palingen.

Naast de Zeeuwse wateren worden er dit voorjaar ook jonge palingen uitgezet in Friesland. Naar verwachting zullen dit jaar rond de vier miljoen jonge palingen de natuur versterken. Bij deze aantallen wordt in veel uitzetgebieden de maximale hoeveelheid voor herbevolking bereikt; meer paling kan in die gebieden niet leven. De gebieden die voor herbevolking zijn geschikt, zijn geselecteerd door de overheid.

Wanneer de glasalen tot volwassen palingen, zogenaamde schieralen, zijn uitgegroeid, kunnen ze vrijuit naar de Atlantische Oceaan zwemmen om in de Sargassozee voor nageslacht te zorgen.

Deze uitzet wordt mede mogelijk gemaakt door het Ministerie van LNV. Voor de aankoop van glas- en pootaal is steun verleend vanuit het Europees Fonds voor Maritieme zaken en Visserij.

Het project wordt medegefinancierd door het Eel Stewardship Fund (ESF®) en gecoördineerd door Stichting DUPAN.

Europees Fonds voor
Maritieme Zaken en Visserij

Projectpartners
Dit herbevolkingsproject wordt mede mogelijk gemaakt door het ministerie van LNV. Voor de aankoop van de glasaal is steun verleend vanuit het Europees Fonds voor Maritieme zaken en Visserij.

Het project wordt medegefinancierd door het Eel Stewardship Fund® en wordt gecoördineerd door Stichting DUPAN.

Wat zeggen ICES-cijfers over de palingstand?

27 Januari 2020. De ICES-cijfers zeggen niet zo zeer iets over de palingstand. Ze zeggen iets over de intrek van glasaal. Zoals de enorme stijging van de volwassen schieralen bij Paling Over De Dijk, een project dat DUPAN sinds 2012 in Nederland coördineert, iets zegt over de palingstand in Nederland, zo zegt ICES iets over de toestand van de jonge aanwas van paling in Europa.

Hoe het écht met de glasaalintrek gaat, is een kwestie van feiten en niet van interpretatie. Feiten zijn feiten. Maar als je daar de helft van weglaat, zijn feiten feitelijk geen feiten meer. Wat is er nu werkelijk aan de hand?

Willem Dekker, bioloog en onbetwist dé palingkenner bij uitstek, noemt 2011 “een keerpunt” in de dalende lijn die de glasaalindex decennia liet zien. Dekker was in Londen tijdens het 10-jarig jubileum van de Sustainable Eel Group heel duidelijk: “de stijging van de glasaalintrek die we sinds 2011 zien, is sterker dan de daling ooit geweest is”. Daar zit wat ons betreft geen woord Chinees bij.

Volgens Christien Absil schommelt de glasaalintrek in onze regio tussen de 1 en 2% ten opzichte van de historisch hoge intrek die tussen veertig tot zestig jaar geleden gemeten werd. Kenners weten dat er twee indexen zijn, “North Sea & Elswhere”. Diezelfde kenners weten ook dat de twee ICES-indexen uit twee verschillende datareeksen bestaan, omdat de methodiek midden jaren tachtig werd gewijzigd. Door die verandering werd de deler groter en daalde het rekenkundige gemiddelde sneller. Hoe we het ook wenden of keren, de twee indexen lieten decennia achter elkaar een daling zien. De door Christien aangedragen informatie is daardoor feitelijk juist maar omdat zij de helft wegliet, wel zeer gekleurd.

Glasaalintrek is niet op regionaal niveau te beoordelen. De Noordzee-cijfers mag je niet los zien van de rest van de Europese cijfers, ofwel de ‘Elswhere’ Index. Daar schommelt het beeld van diezelfde intrek namelijk tussen de 6 en 12% ten opzichte van de hoge waarden uit de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Kenners weten dat tegenwoordig 80% van de glasaal in de Golf van Biskaje arriveert, elders dus. De gehele Noordzeekust is hermetisch afgesloten en daar heeft een glasaal al decennia niks meer te zoeken. Een paling weet dat en een mariene zeker bioloog ook.

Maar wat is dan echt, écht wat de ICES-cijfers zeggen? Die cijfers zeggen dat de intrek van glasaal stijgende is sinds 2011. Al twee generaties, sinds begin jaren negentig, zijn de indexen vergeleken met zestig jaar geleden wel laag maar ook zeer stabiel. Zo stabiel, dat er na nog een generatie (10 jaar) stijgende glasaalindex zoals die sinds 2011 plaatsvind er officieel van ‘kritisch bedreigd’ geen sprake meer is. Maar zover is het nog niet. (Ondertussen misbruiken natuurorganisaties de status Kritisch bedreigd maar al te graag, ondanks het feit dat deze beoordeling uit voorzorg is genomen en niet op harde cijfers is gebaseerd.)

Dus, wat er ook wordt beweerd, het gaat goed met het aalherstel. De Aalverordening en de Nationale Aalherstelplannen uit 2009 werpen hun vruchten af. Hou de beschermende maatregelen dus minimaal zoals ze nu zijn. Zorg dat landen zich aan de gemaakte afspraken houden en niet verslappen. Natuurlijk is het goed om te horen dat de Goodfish Foundatation en Ravon hun postcodemiljoenen in gaan zetten om de illegale handel in glasaal aan te pakken. Feitelijk betuigen de natuurorganisaties steun aan de internationale sector, die al vanaf 2016 de illegale export van glasaal aankaart bij de Europese toezicht- en opsporingsorganisaties. Met de invoering van een certificering voor paling zal het voor illegale handelaren sowieso eens stuk lastiger worden.

Of de Goodfish Foundation en Ravon met die 2 miljoen alle migratieblokkades op kunnen heffen, denk ik niet. Maar al zouden ze in Nederland maar een paar van die duizenden barrières passeerbaar maken voor aal, alle kleine beetjes helpen. Hulde dus voor deze ‘palingredders’.

Ondertussen gaat de sector met waterbeheerders en eigenaren van waterkrachtcentrales door met het ‘over de dijk’ helpen van geslachtsrijpe palingen. Hierdoor wordt het negatieve effect van die migratiebarrières, zij het tijdelijk, maar wel echt aanzienlijk en vooral meetbaar verminderd. Daardoor stijgt de palingstand, al is het maar beetje bij beetje. Want volgens Dekker heeft wat wij in Nederland doen wel degelijk heeft effect op het totale bestand.

De in 2009 ingevoerde Europese Aalverordening  en in de lidstaten ingevoerde Aalherstelplannen werpen meer vruchten af dan verwacht. Laten we vooral gezamenlijk doorgaan op de ingeslagen weg. En laten we stoppen met het misbruiken van ICES rapporten. Welles, nietes brengt ons en vooral de paling niet verder. Kunnen we afspreken dat we samen blij zijn met het herstel dat de wetenschap nu waarneemt? Wij hopen net als alle natuurorganisaties, dat dit herstel zich doorzet tot er – biologisch gezien – geen paling meer bij kan. Met een open instelling aan beide zijden worden we het over beperkte gecontroleerde en traceerbare benutting door middel van een certificering dan uiteindelijk ook eens.

Alex Koelewijn, voorzitter Stichting DUPAN

Geslaagde nieuwjaarsreceptie

1 Januari 2020. Afgelopen jaar werd veel bereikt voor de paling en ook 2020 ziet er veel belovend uit, zo sprak DUPAN-voorzitter Alex Koelewijn tijdens de nieuwjaarsreceptie op 8 januari. Vanuit de hoek van natuurorganisaties, sportvisserij, overheid, energiemaatschappijen en uiteraard de sector was er veel belangstelling voor het inhoudelijk goed gevulde officiële deel van de nieuwjaarsreceptie.

Martin Scholten, algemeen directeur Dierwetenschappen van de Wageningse Universiteit, deed zijn bijdrage via een videoboodschap. Hij sprak daarin zijn waardering uit voor de samenwerking en gaf aan dat paling alle aandacht zeker verdient. ,,In DUPAN heeft de paling goede beschermers, die er voor zorgen dat we ook in de toekomst van paling kunnen genieten; zowel ecologisch als culinair. Voor de kringloop is het van belang dat DUPAN glasaal blijft uitzetten en volwassen schieraal terugzet. Daarnaast is het Eelric-onderzoek naar reproductie van glasaal belangrijk voor de aquacultuur. Daar zijn we een aardig eind mee op weg. Heel misschien, dat we in 2020 de eerste glasaal vinden in onze experimenten. Maar met paling moet je geduld hebben. Het herstel dat we nu in de Nederlandse wateren zien, daar hebben we ook lang op moeten wachten. Maar het is een begin. Daarom is het belangrijk dat we nu doorzetten. Laten we vertrouwen hebben in de toekomst van de paling. Wij zijn blij met de samenwerking met DUPAN. Het Eelric is een prachtige showcase en wetenschappers uit de hele wereld komen hier naar Wageningen om samen te werken aan een toekomst voor de paling.’’

De immer bevlogen Britse voorzitter Andrew Kerr van de Sustainable Eel Group drukte het publiek op het hart, dat de stijging van de glasaalintrek heel hoopgevend is. Het gaat de afgelopen vijf jaar om een toename van gemiddeld 10 procent. Daarom werkt SEG verder op de ingeslagen weg. De zogenoemde SEG-standard als bewijs voor een duurzame palingketen wordt doorontwikkeld en de illegale export van glasaal wordt stevig aangepakt.

Hoogleraar prof. dr. ir.  Geert Wiegertjes, hoofd Aquaculture and Fisheries Wageningen UR, gaf een korte lezing over het boek The book of eels. Auteur Tom Fort was redacteur bij de BBC en visserijcorrespondent voor de Financial Times. De conclusie daarin is DUPAN op het lijf geschreven: Paling heeft een grote economische, culinaire en culturele waarde en heeft daarom alle aandacht nodig die ze verdient.

Na het uitreiken van de SEG-certificaten door Kerr en zijn SEG-collega David Bunt aan dertien handelaren en acht palingkwekers, volgde een gezellige receptie, uiteraard met overheerlijke palinghapjes.

Dupan-voorzitter Alex Koelewijn

Hoogleraar prof. dr. ir.  Geert Wiegertjes, hoofd Aquaculture and Fisheries Wageningen UR

Andrew Kerr, voorzitter Sustainable Eel Group

Jolanda Troelstra neemt het SEG-certificaat in ontvangst van Andrew Kerr en David Bunt

Opvallende groei aantal grote volwassen palingen

Het aantal grote volwassen palingen, of schieralen, die onder andere bij de waterkrachtcentrales bij Maurik en Lith passeren, is sinds 2013 opvallend gestegen. In het seizoen 2019 is de hoeveelheid palingen (in kilo’s gemeten) zelfs bijna verdubbeld. Ook elders in Nederland zagen projectmedewerkers van ‘Paling Over De Dijk’ sterke stijgingen.

De palingen waar het om gaat zijn opgevangen bij pompgemalen en waterkrachtcentrales, tussen begin september en eind november. Die periode is het trekseizoen van palingen. Met het project Paling Over De Dijk helpen beroepsvissers geslachtsrijpe palingen voorbij die gemalen en centrales, om te voorkomen dat ze gedood worden door pompen of turbines van deze obstakels. De palingen trekken daarna naar de Noordzee en zwemmen de oceaan over naar de Sargassozee, het gebied van de Bermudadriehoek. Daar zorgen ze voor jonge palinkjes die over ongeveer een jaar, met honderden miljoenen tegelijk, weer terugkomen aan de Europese kusten.

De toename van de grote palingen in rivieren en in andere wateren, wijst mogelijk op een stijgende palingstand, wat ook al werd geconstateerd bij de stijgende hoeveelheid jonge palinkjes aan de Franse kusten (ICES. November 2019).

Het project Paling Over De Dijk maakt in 2019 de uittrek van zo’n 9.000 volwassen vrouwtjespalingen mogelijk, elk goed voor miljoenen jonge palinkjes. Het project wordt gefinancierd door de sector, de overheid, nutsbedrijven en waterbeheerders.

Volwassen schieraal Dupan

Internationale wetenschap ziet herstel van de palingstand

De dalende trend van de palingstand is gestopt en het aantal jonge palingen stijgt significant. Dat stellen palingwetenschappers in het vandaag verschenen adviesrapport van ICES, de International Council for the Exploration of the Sea.

Vanwege de dalende palingstand werden in 2009 in het leefgebied van de Europese paling beschermings- en herstelmaatregelen afgekondigd. In 2011, veel eerder dan verwacht, werden de eerste tekenen van stabilisatie en herstel zichtbaar. De wetenschappers van ICES, die aanvankelijk sceptisch waren over dit herstel, zien nu dat de stijgende lijn zich na 2011 doorzet. In het vandaag verschenen adviesrapport van ICES schrijven zij dat er na een stabilisatie, een duidelijk herstel van de aankomst van jonge paling is in het hele leefgebied van Europa. 

De wetenschappelijke raad constateert dat er over meerdere generaties, in de jaren 1980 tot en met 2019, een trendmatige verandering is van de aantallen jonge palingen (glasalen). Vanaf 2011 gaat de stijging nog sneller. Vanaf dat jaar tot heden is er sprake van een significante toename, waarbij in 2014 het grootse aantal jonge palingen werd waargenomen.

Alex Koelewijn van Stichting Duurzame Palingsector Nederland (DUPAN), herkent zich in de uitkomsten van het rapport: “Beroepsmensen die dagelijks met paling in de natuur bezig zijn, zien de stijgende aantallen al vele jaren. Dat wetenschappers dit nu bevestigen, is een goede zaak. De nieuwe cijfers van ICES tonen aan dat de Europese en Nederlandse beheers- en beschermingsplannen keihard resultaat hebben. Samen met andere stakeholders zullen wij ons daarom blijven inzetten voor het duurzaam beheren van de Europese paling. De Nederlandse sector draagt dit beleid ook internationaal uit.”

DUPAN voert jaarlijks een intensief programma uit om de Nederlandse palingstand nog sneller te laten herstellen, met onder andere de herbevolking van watergebieden met miljoenen jonge palingen, het redden van tienduizenden geslachtsrijpe palingen door ze op te vangen en onbeschadigd over de dijken helpen en het ondersteunen van wetenschappelijk onderzoek. Deze activiteiten worden mede betaald door het Eel Stewardship Fund, met geld dat de sector zelf bijeenbrengt. 

Koelewijn stelt: “We zijn weliswaar op de goede weg, maar we zijn er nog niet! De paling heeft de mens nodig om zich verder te kunnen herstellen. Het is hoog tijd dat de politiek de wetenschappers opdracht geeft om te bepalen hoeveel paling er in ons land realistisch gezien kan leven. Dan kunnen we het er eindelijk met elkaar over eens worden hoeveel de mens daarvan mag oogsten. Dat is de weg naar volledige duurzaamheid.” 

Enorme hoeveelheden palingen op grote rivieren

Bij de waterkrachtcentrales van Alphen in de Maas en Maurik in de Rijn, is de afgelopen anderhalve maand een ongekend grote hoeveelheid van 4.500 geslachtsrijpe, veelal een meter lange, 10 cm dikke palingen opgevangen. Sinds zes jaar helpt Stichting DUPAN op deze plaatsen, samen met Vattenfall en beroepsvissers, naar zee trekkende palingen om langs de centrales te komen. De waargenomen aantallen palingen waren echter nog nooit zo groot als dit seizoen, dat pas halverwege is.

Stichting DUPAN organiseert ieder jaar van september tot en met november, het trekseizoen van palingen, het project Paling Over De Dijk. Met dat project worden geslachtsrijpe palingen door beroepsvissers langs gemalen en waterkrachtcentrales geholpen. Hiermee wordt voorkomen dat de palingen gedood worden door pompen of turbines van deze obstakels. De palingen trekken naar de Noordzee en zwemmen de oceaan over naar de Sargassozee, het gebied van de Bermudadriehoek. Daar zorgen ze voor nageslacht, waardoor honderden miljoenen glasaaltjes weer terug kunnen komen aan de Europese kusten.

De toename van de palingen in rivieren, maar ook in andere wateren, wijst mogelijk op een stijgende palingstand. Het project Paling Over De Dijk levert in elk geval een flinke bijdrage aan de uittrek van springlevende, geslachtsrijpe palingen. Inmiddels worden dergelijke projecten naar Nederlands voorbeeld op meerdere plekken in de wereld toegepast. Het project duurt nog voort tot het einde van het trekseizoen, rond eind november.