Een Baanbrekend programma voor het herstel van Europese palingpopulaties
Inleiding
De Europese paling (Anguilla anguilla) is al decennialang het onderwerp van intensief debat. De achteruitgang van de stand en het ontbreken van afdoende onderzoeksgegevens naar de feitelijke palingstand en de oorzaken van de terugloop in de laatste helft van de vorige eeuw, zijn voeding voor oeverloos gekissebis tussen allerlei belanghebbenden. Dat de palingpopulaties in Europa aanzienlijk achteruit zijn gegaan leidt geen twijfel. Een van de mogelijk belangrijkste oorzaken, overbevissing, is inmiddels teruggebracht tot een marginale factor, simpelweg door strengere regelgeving en beperking van de visserij. De oorzaken die vandaag de dag nog wél van grote invloed zijn, blijken echter moeilijker te beperken. We hebben het dan vooral over slechte bereikbaarheid of zelfs verlies van leefgebied. Paling is een migrerende vis, die in zout water wordt geboren en in zoetwater opgroeit. Als de verbindingen tussen de verschillende leefgebieden niet meer bestaan, is de levenscyclus van paling verbroken en kan de vis niet voortbestaan. Een van de oplossingen die een cruciale rol spelen in het behoud van deze mysterieuze vis is ‘Paling Over De Dijk’, waarbij de belemmeringen tussen leefgebieden met menselijke hulp worden weg genomen. Dit programma – waar bij op tal van locaties palingen langs de barrieres worden geholpen – is een lichtend voorbeeld van innovatief natuurbehoud en herstel van de palingpopulaties, ofwel aalherstel, in Europa.
Dit artikel duikt dieper in het programma ‘Paling Over De Dijk’. We gaan in op de achtergrond van de Europese palingpopulaties, de uitdagingen waarmee mensen én palingen worden geconfronteerd, en hoe dit programma de palingen helpt om migratiebarrières te overwinnen en hun levenscyclus te herstellen. Bovendien zullen we enkele van de wetenschappelijke en praktische aspecten van het project verkennen en de bredere implicaties ervan voor het behoud van inheemse soorten in Europa bespreken.
Achtergrond: De Geheimzinnige Europese Paling
De Europese paling, ook wel bekend als de Europese aal, is een bijzondere vissoort die leeft in de zoete, zoute en brakke wateren van Europa. Wat de paling zo intrigerend maakt, is de complexiteit van zijn levenscyclus. Palingen worden geboren in de Sargassozee, een gebied in de Atlantische Oceaan ten Oosten van Mexico, waar ze geboren worden als larve. Daar beginnen ze aan een epische migratie, surfend op de Golfstroom, naar de Europese binnenwateren om zich voort te planten, een reis die 5.500 kilometer beslaat.
Het probleem is dat Europese palingen tegenwoordig een reeks obstakels tegenkomen tijdens en na hun terugkeer naar het zoete water, zoals dammen, dijken, sluizen, gemalen en waterkrachtcentrales. Deze barrières bemoeilijken de migratie van palingen in ernstige mate en hebben geleid tot een aanzienlijke afname van de palingpopulaties, overal in Europa.
De uitdagingen van Palingherstel
Het behoud en herstel van palingpopulaties in Europa zijn complexe problemen, en verschillende uitdagingen moeten worden aangepakt om succesvol te kunnen zijn. Enkele van de belangrijkste uitdagingen zijn:
- Migratiebarrières
De migratieroutes van palingen zijn verstoord door infrastructuur, zoals dammen, gemalen en waterkrachtcentrales. Hierdoor kunnen palingen niet vrijelijk tussen zoet- en zoutwatergebieden bewegen, waardoor de migratie vermindert of waardoor veel palingen zelfs worden gedood.
- Verlies van Leefgebied
Palingen hebben geschikte zoetwater-leefgebieden nodig om te groeien en te overleven. Veranderingen in die leefgebieden, zoals inpoldering, onbereikbaarheid of afsluiting door barrières en industriële vervuiling (denk daarbij vooral aan de belangrijke grote rivieren in Nederland) hebben geleid tot verlies van cruciale leefgebieden.
- (illegale) overbevissing
Palingen worden al eeuwenlang commercieel gevangen. De glasaalvangst ten behoeve van kwekerijen is al decennia gequoteerd en de vangst van volwassen paling is er alleen nog kleinschalig. Toch blijft de druk op de visbestanden te hoog. In de meeste gebieden wordt gevist naar draagkracht van de natuur. Maar er zijn nog steeds een gebieden waar niet goed beheerd of zelfs illegaal wordt gevist. Daar heeft de visserij een onnodige negatieve invloed op de palingpopulaties. Stroperij vindt helaas nog steeds plaats. Ook in Nederland. In Frankrijk ondervindt de glasaalvisserij enorme schade door massale smokkelpraktijken.
Het herstel van de palingpopulaties vereist een geïntegreerde aanpak die rekening houdt met al deze uitdagingen. Het project “Paling Over De Dijk” speelt daarin een belangrijke rol.
Paling Over De Dijk: Een Noodzakelijk Project
Het project ‘Paling Over De Dijk’ is een initiatief dat tot doel heeft de migratie van palingen te faciliteren door volwassen, trekkende palingen langs waterbarrières te helpen. Het project werd in 2012 opgestart in Nederland en heeft inmiddels veel aandacht gekregen van wetenschappers, natuurbeschermers en het bredere publiek.
Bij ‘Paling Over De Dijk’ gaat alle aandacht uit naar de migratie van schieraal. Schieraal, of volwassen paling die klaar is om te paaien, heeft een cruciale rol in het behoud van palingpopulaties. Wanneer schieraal terugkeert naar de Sargassozee om te paaien, draagt ze bij aan de voortplanting van de soort. Per schieraal kan dit tot 4 miljoen eitjes opleveren, afhankelijk van het gewicht van de draagmoeder. Daarom is het van groot belang om de migratie van schieraal te verbeteren.
Meten is weten
Een onderdeel van het project is monitoring en onderzoek. Het verstrekt een schat aan cijfermateriaal over de hoeveelheden trekkende palingen in de verschillende regio’s in Nederland, over de gewichten van de palingen, hun conditie, enzovoort. Hoe langer de reeks van jaren dat het programma voortduurt, hoe beter de inzichten over effectief beheer van de populaties worden. Het vaststellen van de exacte hoeveelheid paling in de natuur is een ingewikkeld, zo niet onmogelijk karwei. Tal van monitoringen moeten meer inzicht geven. Maar al te vaak is er discussie over de resultaten doordat de monitoringen sterk in opzet, doelsoort en monitoringstijdstip verschillen, maar ook doordat verschillende gebieden slecht met elkaar te vergelijken zijn. Het belang van betrouwbare uitkomsten is groot, want deze vormen de basis voor overheidsbeleid. In 2022 zijn er tussen DUPAN en het ministerie van LNV en WMR afspraken gemaakt over deze monitoring, waarbij zowel de wetenschap als de sector betrokken zijn en beiden hun eigen ervaring
en expertise inbrengen. Meer inzicht in elkaars werkzaamheden en in de keuzes die daarbij
worden gemaakt zorgen voor een breder draagvlak voor aalbeheermaatregelen en meer inzicht in de ontwikkeling van de Nederlandse aalstand. Inmiddels is er samengewerkt aan de analyse van de belangrijkste schieraalknelpunten en staat er een project naar migratieknelpunten voor glasaal in de stijgers.
De successen van Paling Over De Dijk
Sinds de lancering boekte het programma ‘Paling Over De Dijk’ aanzienlijke successen in het verbeteren van de migratie van palingen. Het aantal schieralen dat de migratiebarrières succesvol passeert neemt toe, zoals bij de waterkrachtcentrale in de Neder-Rijn bij Maurik: daar worden jaarlijks zo’n 10.000 schieralen over de barrière geholpen en is de sterfte van schieraal op die plek teruggebracht tot minder dan 5% van wat daar langskomt. Het programma krijgt soms de kritiek dat geen structurele oplossing is. Het blijkt echter op verschillende locaties dusdanig effectief, dat het de sterfte van schieraal wel degelijk kan reduceren tot niveaus die aan de normen voor ‘duurzaam beheer’ voldoen.
Het ‘Paling Over De Dijk’ -programma richt zich op belangrijke migratieknelpunten. Locaties waar grote aantallen schieralen zodanige beschadigingen kunnen oplopen, dat ze de paaigronden in de Sargassozee niet meer kunnen bereiken. In een afgesloten gebied als het Markiezaatsmeer is ‘Paling Over De Dijk’ 100% effectief, omdat geen schieraal uit dat gebied de Sargassozee zonder hulp nooit zou bereiken. In polders zonder visvriendelijke pompen wordt een aanzienlijk deel van de passerende schieraal beschadigd. Daar is ‘Paling Over De Dijk’ meestal voor 50% effectief. Bijvoorbeeld: bij gemaal Leemans kon in 2022 384 kilo schieraal richting Sargassozee vertrekken. Zonder ‘Paling Over De Dijk’ zou dat rond de 206 kilo zijn geweest. Er is dus 178 kilo extra schieraal uitgetrokken dankzij ‘Paling Over De Dijk’.
Zonder maatregelen is de sterfte van schieraal bij een stuwcomplex in een rivier 15 tot 17%. Door Rijkswaterstaat is een doelstelling geformuleerd voor schieraalmigratie: in een stroomgebied mag niet meer dan 10% van de trekkende schieraal sterven. De afgelopen jaren hebben onderzoekers voor Vattenfall en RWE dan ook uitgebreid gekeken hoe schieralen stuwen in de rivier passeren en hoe met aangepast beheer en PODD de sterfte tot onder de 10% kan worden gebracht.
In 2022 werd bij de eerder genoemde waterkrachtcentrale in Maurik ongeveer 79% van het aanbod van schieraal door middel van ‘Paling Over De Dijk’ onbeschadigd voorbij het stuwcomplex geholpen. Met een geschat aanbod van ongeveer 9000 kilo schieraal, is er dan ongeveer 2000 kilo schieraal door deze WKC gegaan. Daarvan zijn er dan ongeveer 300 kilo zodanig beschadigd, dat ze niet meer verder konden. Daarmee is de sterfte op die plek ruim onder de 5%. En dat is een resultaat om trots op te zijn.
Voor de Maas ligt er nog wel een uitdaging: de hoeveelheden zijn daar minder dan bij Maurik. En de Maas heeft niet één maar twee stuwcomplexen met een WKC. ‘Paling Over De Dijk’ mag dan geen oplossing zijn voor alle problemen met de palingstand, maar het is inmiddels wél duidelijk dat hiermee lokaal een structurele bijdrage kan worden geleverd aan het verbeteren van de schieraaluittrek
Tot slot heeft het programma de bewustwording vergroot over de uitdagingen waarmee palingen worden geconfronteerd en kregen het programma en de verschillende lokale projecten steun van zowel het publiek als beleidsmakers en beheerders.
Paling Over De Dijk in 2023
In 2023 worden Paling Over De Dijk-projecten uitgevoerd op verschillende locaties in Nederland. Bij de waterkrachtcentrale in Maurik, waar de meeste schieralen worden overgezet. Bij de waterkrachtcentrale in de Maas bij Alphen en die bij Linne. Daarnaast worden projecten uitgevoerd bij belangrijke gemalen, zoals bij Weesp, Vinkeveen, Wieringermeer, Den oever en het Markiezaatsmeer. Locaties in Franeker en IJmuiden worden nader onderzocht.
Lessen voor natuurbehoud
Een van de belangrijkste lessen die uit dit project kunnen worden getrokken, is het belang van samenwerking tussen wetenschappers, natuurbeschermers, beleidsmakers en de samenleving als geheel. Het succes van ‘Paling Over De Dijk’ toont aan dat met de juiste inzet en middelen grote aantallen dieren kunnen worden geholpen in hun voortbestaan en er een belangrijke bijdrage geleverd kan worden in het herstel van bedreigde soorten.
‘Paling Over De Dijk’ benadrukt ook het belang van duurzaam waterbeheer. Het behoud van migratieroutes voor vissen is niet alleen cruciaal voor palingen, maar heeft ook gevolgen voor de gezondheid van aquatische ecosystemen als geheel. Het project benadrukt de noodzaak om onze waterwegen te herstellen en te beschermen. Niet voor niets koos Wetlands International, de toonaangevende NGO op het gebied van herstel rivierdelta’s, de paling als “flagship species”. Een gebied waarin paling in gezonde mate voorkomt, is op zich een gezond en goed leefgebied voor een rijkdom aan flora en fauna.
Het programma “Paling Over De Dijk’ moet dan ook vooral worden gezien als een tijdelijke maatregel, om migratiebarrières te omzeilen. Het wegnemen van die barrières vormt uiteindelijk de enige échte en duurzame oplossing, zodat palingen zich vrijelijk door de zoetwatergebieden kunnen bewegen en ze, als de tijd daar is, zij vrij naar zee kunnen zwemmen en via de oceaan terug kunnen naar hun paaigronden in de Sargassozee.
Conclusie
Het project “Paling Over De Dijk” is een opmerkelijk voorbeeld van hoe inzet, innovatie en wetenschappelijk onderzoek kunnen samenkomen om bedreigde vispopulaties te redden. Het heeft niet alleen geleid tot positieve resultaten voor Europese palingen, maar heeft ook bredere implicaties voor het behoud van inheemse vissoorten en duurzaam waterbeheer.
Het behoud van de Europese paling blijft een complexe uitdaging, maar “Paling Over De Dijk” heeft bewezen dat het mogelijk is om positieve verandering teweeg te brengen. Met voortdurende steun en toewijding kunnen we hopen op een toekomst waarin palingen vrijelijk door onze waterwegen kunnen migreren en bijdragen aan de biodiversiteit en gezondheid van onze aquatische ecosystemen.