DG Mare neemt polshoogte bij Decentraal Aalbeheer in Friesland

Vertegenwoordigers van de Friese beroepsvissers, ministerie van EZ en DUPAN en VBC Friesland hebben vlak voor het zomerreces Evangelia Georgitsi – teamleider van Common Fisheries Policy, DG Mare – ontvangen in het Friese Grou. Zij was er op uitnodiging van het netVISwerk-bestuur om zich op de hoogte te stellen van het pilotproject van Decentraal Aalbeheer, dat sinds 2011 in Friesland loopt.

Decentraal Aalbeheer is gericht op een meer duurzame visserij, waarbij de hoeveelheid visserij beheerst is en er voldoende data wordt verzameld om de visstand goed te kunnen beheren. Het is een alternatieve oplossing voor de gesloten tijd van 1 september tot 1 december, waarin beroepsvissers elders in Nederland niet op paling mogen vissen. De gesloten tijd is een maatregel uit het Nederlandse Aalbeheerplan. Die maatregel is destijds opgezet als een tijdelijke oplossing bij gebrek aan specifieke data over de aalstand in de verschillende regio’s. Vanwege de grote verschillen tussen de regionale visserijgebieden in Nederland is het altijd de wens geweest om aan gebied specifiek beheer te doen, ofwel: Decentraal Aalbeheer.

Voordelen van Decentraal Aalbeheer

Aan de gesloten tijd kleven volgens de vissers de nodige bezwaren. Zo houdt de maatregel geen rekening met de specifieke situatie voor paling in verschillende gebieden in Nederland. Daarnaast zorgt het voor een flink gat in de datacollectie. Juist daar ligt de kracht van Decentraal Aalbeheer. Omdat dit system geënt is op gegevens van vissers die van dag tot dag hun vangsten bijhouden binnen een vastgesteld quotum, zorgt het voor een rijkdom aan data. Tegelijkertijd zorgt Decentraal Aalbeheer voor een belangrijke afname van de druk op het rode aalbestand en een grotere uittrek van schieraal. Decentraal aalbeheer zorgt daarmee voor een veel bredere kijk op beheer van de natuurlijke aalpopulatie, vanuit zowel ecologische als culturele en maatschappelijke aspecten.

Onderzoek naar verdere uitrol

De pilot in Friesland die vanaf 2011 loopt  is succesvol gebleken. Het systeem is volwassen geworden en de Staatssecretaris heeft in een brief aan de Tweede Kamer geschreven dat hij bereid is om ook andere gebieden de mogelijkheid van Decentraal Aalbeheer te bieden. Dit is wel aan stringente voorwaarden verbonden, zo moeten onder andere álle vissers uit het gebied mee willen doen, moeten de vissers zelf voor een goed werkend controle- en registratiesysteem zorgen en is toestemming van de Europese Commissie nodig. Mevrouw Georgitsi werd uitgenodigd om Decentraal Aalbeheer in de praktijk te bekijken.

Guus Kruitwagen van ingenieursbureau Witteveen + Bos presenteerde de ontwikkelingen en bevindingen van Decentraal Aalbeheer vanaf de start in 2011 tot nu. Hij besteedde veel aandacht aan een app voor registratie van de vangsten en aanlandingen die de Friese vissers sinds 2014 in gebruik hebben. Met deze app wordt een half uur voor aanlanding de vangst doorgegeven. Eenmaal aangeland wordt de vangst bevestigd. Dit stelt onafhankelijke controleurs in staat om onaangekondigd controles uit te voeren.

Draagvlak onder de vissers

In 2017 is het draagvlak onder de Friese vissers voor decentraal aalbeheer 100%. Bij de start in 2011 was er vooral scepsis en collega vissers elders in het land hadden zelfs medelijden met de Friezen; zij zagen het niet echt zitten. Maar juist voor de vissers bleek Decentraal Aalbeheer grote voordelen op te leveren. Hoewel de vangsten voor hen nu gequoteerd zijn, kunnen zij dit quotum volvissen op een moment dat hen goed past. Dat verschilt per visser en per visserijgebied. Veel vissers kunnen daardoor bepaalde periodes gebruiken om op alternatieve wijze inkomsten te genereren en alleen te vissen in periodes die een efficiënte visserij toelaten. De grootste winst echter is er voor de palingstand: er wordt alleen gevangen wat er van te voren is bepaald.

In 2016 en 2017 werd de pilot voor Decentraal Aalbeheer zelfstandig door de Friese Vissers voortgezet, zonder begeleiding van Witteveen + Bos. Het systeem is nu zo ver dat het als voorbeeld kan dienen voor invoering in andere regio’s buiten Friesland. Daarvoor moet dan wel onderzocht worden naar quota die worden vastgesteld op duurzame niveaus en maatregelen die bijdragen aan het herstel van het bestand, zoals de teruggooi van kleine aal. Het moet vooral minstens zo effectief zijn als de 3 maanden gesloten tijd!

Waardevolle data verzameling

Mevrouw Georgitsi was met name benieuwd naar de vangsthoeveelheid. Deze is met 36.6 ton niet gestegen ten opzichte van de situatie in 2010, toen de Friese vissers nog te maken hadden met een gesloten tijd. Dat is het voordeel van een quotum: er wordt alleen gevangen wat er van tevoren is bepaald. Ook in datacollectie was Mevrouw Georgitsi zeer geïnteresseerd, omdat beschikbaarheid van data essentieel is voor goed beheer. Zowel voor het terugdringen van stroperij en het uitsluiten van onregelmatigheden als voor het effectief bijsturen van quota als de natuurlijke situatie dat gebiedt. Decentraal Aalbeheer voorziet in die behoefte.

Mevrouw Georgitsi gaf aan blij te zijn met de uitgebreide uitleg, omdat zij het normaliter moet doen met executive summaries die veel minder informatie geven. 

Tijdens het tweede deel van de dag is Mevrouw Georgitsi met een skûtsje op het water geweest en heeft gekeken hoe Ale en Jappie de fuiken lichtten. De Friese vissers lieten daarbij zien hoe te kleine paling ook consequent weer wordt teruggezet.