Veel jonge paling in Nederlandse meren

Uitzonderlijk grote hoeveelheden uitgezet in Randmeren en Friesland

In de Randmeren en de Friese boezem zijn op 23 mei 825.000 pootaaltjes, ofwel jonge palingen uitgezet. Uitzet van pootaal vindt ieder voorjaar plaats, maar dit jaar was er meer dan de dubbele hoeveelheid beschikbaar ten opzichte van vorig jaar. Met de uitzet leveren het ministerie van LVVN en de palingsector een belangrijke bijdrage aan de groei van de palingstand.

In maart werd de jongste soort, ofwel glasaal, uitgezet. Die zijn veel kleiner en kwetsbaarder dan de pootaal die nu is uitgezet, maar in aantal daarom ook veel groter. In totaal zijn er bijna 3,4 miljoen jonge palingen uitgezet. Dat grote aantal komt door de enorme concentratie van glasaal aan de Franse kusten afgelopen winter. De kusten zijn ondoordringbaar voor die jonge palingen en daarom wordt een deel ervan opgevangen en overal in Europa uitgezet. De grote concentraties worden zo verdund en onbereikbare, gezonde opgroeigebieden herbevolkt. De overlevingskans van de jongen wordt daarmee vergroot.

Het uitzetten is een van de maatregelen om het aantal paaiende volwassen palingen en daarmee de kans op meer jongen te vergroten. Sinds 2011, twee jaar na de start van het uitzetprogramma als onderdeel van het Europese Aalbeheerplan, stopte de daling van het aantal jonge palingen aan de Europese kusten en is een voorzichtig positieve trend ingezet.

De gebieden die geschikt zijn voor uitzet van jonge palingen zijn geselecteerd door de overheid. Palingen kunnen daar goed opgroeien en eenmaal volwassen van daaruit onbelemmerd richting de Atlantische Oceaan zwemmen, om in de Sargassozee te paaien en voor nageslacht te zorgen.

Verantwoording
De pootaal is afkomstig uit het Franse quotum en is SEG-gecertificeerd. De uitzet wordt mede mogelijk gemaakt door het Ministerie van LVVN. Voor de aankoop van glas- en pootaal is steun verleend vanuit het Europees Maritiem, Visserij en Aquacultuur Fonds (EMVAF). Het doel is om zodoende de uittrek van schieraal (volwassen palingen) te verhogen, conform de doelstellingen uit de Europese Aalverordening en de nationale implementatie daarvan via het Nederlandse Aalherstelplan.

Het project wordt ondersteund door het Eel Stewardship Fund (ESF®) en gecoördineerd door Stichting DUPAN. In deze stichting werken palingkwekers, palingvissers en palinghandelaren samen om het herstel van de palingstand in Nederland te bevorderen. Naast het herbevolken van Nederlandse wateren met jonge paling, investeert de stichting vanuit het ESF-fonds in het over de dijk helpen van geslachtsrijpe palingen en in gericht wetenschappelijk onderzoek.

 

KIJG zet 56.000 jonge palingen uit

Zaterdag 17 mei zijn 56.000 jonge palingen uitgezet in de IJssel, het Ganzendiep en het Zwartewater. De jaarlijkse uitzetactie is een initiatief van peurvereniging KIJG, die dit natuurproject inmiddels voor de zestiende keer organiseert. De actie vindt plaats in samenwerking met de gemeenten Kampen en Zwartewaterland en Stichting DUPAN.

Met deze vrijwillige bijdrage wordt actief gewerkt aan een gezonde palingstand in Nederland. Burgemeester Eddy Bilder en raadslid Wilhelm Bisschop van Zwartewaterland, en wethouder Bernard van den Belt van Kampen hielpen mee met het uitzetten van de visjes. Het leverde een spectaculair schouwspel op van duizenden piepkleine palinkjes die zich onder water razend snel verstopten tussen stenen en planten. De gemeenten ondersteunen deze vorm van natuurbeheer, die niet alleen ten goede komt aan de biodiversiteit, maar ook bijdraagt aan het behoud van een waardevolle culturele traditie.

Voor de aankoop van de palingen haalde KIJG via haar leden 4.500 euro op. Stichting DUPAN verdubbelde dat bedrag met steun uit het Eel Stewardship Fund. Voor het totaalbedrag van 9.000 euro werden 56.000 jonge palingen aangekocht en uitgezet.

Het effect van deze uitzet is aanzienlijk: de hoeveelheid uitgezette paling is vele malen groter dan wat de 40 actieve leden van KIJG jaarlijks zelf aan paling vangen. Daarmee laat de vereniging opnieuw zien dat duurzaamheid en visserij hand in hand kunnen gaan.

De jonge palingen kunnen na hun groei in het zoete water via het IJsselmeer de weg naar zee vinden, met als eindbestemming de Sargassozee, waar zij zich voortplanten. Zo draagt deze lokale actie bij aan de natuurlijke kringloop van de Europese paling en de toekomst van de soort.

Miljoenen jonge palingen uitgezet in de randmeren

Vrijdag 7 maart is het seizoen geopend voor de uitzet van jonge paling in Nederland. Stichting DUPAN leverde in opdracht van het ministerie van LVVN ruim duizend kilo glasaal, ofwel baby-paling. Vanuit de haven van Huizen verspreidden beroepsvissers in totaal 2,5 miljoen glasaaltjes (baby-palinkjes) over de meren aan de Zuid- en Oostkant van Flevoland. De randmeren werden daarmee als het ware herbevolkt, wat een belangrijke bijdrage levert aan de groei van de palingstand.

De uit de riviermondingen van Frankrijk afkomstige glasaal werd In de haven van Huizen geteld, gewogen en gecontroleerd op kwaliteit. Daarna werd een deel van de glasaal aan boord gebracht van een visserskotter om uitgezet te worden op het Gooimeer. Een ander deel werd verder getransporteerd voor uitzet in de Veluwerandmeren en de Noordelijke randmeren. In totaal zijn er 2,5 miljoen jonge palingen uitgezet.

Het uitzetten van jonge paling is nodig omdat de Nederlandse kusten ondoordringbaar zijn voor de piepkleine visjes, die in de Sargassozee bij Mexico worden geboren en via de Golfstroom naar het zoete water van Europa komen om op te groeien. Een deel van de glasaal die zich voor de afgesloten riviermondingen in Frankijk ophoopt wordt in andere landen in Europa uitgezet en verdeeld over meerdere watergebieden. Het is een maatregel om het aantal paaiende volwassen palingen te vergroten en daarmee de aanwas van jongen. Het precieze effect staat niet vast, maar twee jaar na de start van de uitzettingen in 2011, in het kader van de Europese Aalverordening, vertoont het aantal jonge palingen aan de Europese kusten een positieve trend. Dit jaar maakt de Franse glasaalsector melding van een uitzonderlijk grote intrek van jonge paling.

Ook dit voorjaar worden er nog palingen uitgezet in een groot deel van de randmeren. In totaal zullen meer dan drie miljoen jonge palingen de natuur versterken. De gebieden voor deze herbevolking zijn geselecteerd door de overheid. Voor de jongen zijn het gezonde wateren om op te groeien. Eenmaal volwassen kunnen ze van daaruit onbelemmerd naar de Atlantische Oceaan zwemmen, om uiteindelijk in de Sargassozee voor nageslacht te zorgen.

Verantwoording
De glasaal is afkomstig uit het Franse glasaalquotum en is SEG-gecertificeerd. De uitzet wordt mede mogelijk gemaakt door het Ministerie van LVVN. Voor de aankoop van glas- en pootaal is steun verleend vanuit het Europees Maritiem, Visserij en Aquacultuur Fonds (EMVAF). Het doel is om zodoende de uittrek van schieraal (volwassen palingen) te verhogen, conform de doelstellingen uit de Europese Aalverordening en de nationale implementatie daarvan via het Nederlandse Aalherstelplan.

Het project wordt ondersteund door het Eel Stewardship Fund (ESF®) en gecoördineerd door Stichting DUPAN. In deze stichting werken palingkwekers, palingvissers en palinghandelaren samen om het herstel van de palingstand in Nederland te bevorderen.

Naast het herbevolken van Nederlandse wateren met jonge paling, investeert de stichting vanuit het ESF-fonds in het over de dijk helpen van geslachtsrijpe paling en in gericht wetenschappelijk onderzoek.

TV-kok Alain Caron hielp ook een handje bij de uitzet

ICES-advies onwerkbaar en niet oplossingsgericht

Het wetenschappelijk instituut ICES in Denemarken adviseert opnieuw om de visserij op paling en alle andere menselijke sterftefactoren tot nul te reduceren. Daarmee herhalen zij hun advies van voorgaande jaren. Volgens de Nederlandse Stichting DUPAN is dat advies onwerkbaar en biedt het beleidsmakers geen houvast om de palingstand daadwerkelijk te verbeteren. DUPAN benadrukt dat de visserij al zwaar gereguleerd is en weinig impact heeft. Veel meer winst is te behalen door het bestaande beleid goed uit te voeren en de andere oorzaken van sterfte, zoals watervervuiling en migratiebelemmeringen, aan te pakken.

Palingstand verbeterd sinds 2008

Sinds 2008 zijn de maatregelen voor het herstel van de palingstand al effectief gebleken. De hoeveelheid uittrekkende schieraal is meer dan verdubbeld, van 555 ton in 2008 naar 1.269 ton in de meest recente jaren*. Ook is de totale intrek van jonge paling sinds twee decennia stabiel en stijgt deze sinds 2011. Deze groei laat zien dat het beheer wel degelijk resultaten boekt. Toch blijft ICES vasthouden aan een nul-visserijbeleid, zonder de positieve ontwikkelingen of de complexe realiteit van de palingproblematiek mee te nemen.

Onrealistisch en oneerlijk Advies

DUPAN stelt dat het advies van ICES onrealistisch is, omdat het simpelweg onmogelijk is om álle sterftefactoren weg te nemen. Het grootste probleem voor paling, de onbereikbaarheid van goed leefgebied en migratieroutes naar voortplanting, is niet volledig oplosbaar. Zeeweringen, gemalen en waterkrachtcentrales zijn nu eenmaal niet meer weg te denken. Het stoppen van de visserij kan natuurlijk wel, maar dat zou geen significant effect hebben op de palingstand, aangezien de hoeveelheid paling voor consumptie de laatste decennia sterk is teruggebracht binnen wetenschappelijk vastgestelde quota en verantwoord geachte proporties.

De nieuwe kleren van de Keizer

Alex Koelewijn, voorzitter van DUPAN, vergelijkt het ICES-advies met het sprookje “de nieuwe kleren van de keizer” van de Deense schrijver Andersen: “Het advies om alle menselijke sterftefactoren tot nul te reduceren is een illusie die door alleman wordt geaccepteerd, terwijl het in feite onwerkbaar en onrealistisch is. ICES gaat bovendien uit van een bestand van 70 jaar geleden toen er veel meer water was, dat ook nog eens een veel grotere biologische draagkracht had. Desondanks willen veel wetenschappers en natuurbeschermers publiekelijk niet erkennen dat het ICES-advies geen praktische basis heeft. Tegelijkertijd wordt het beleid dat wél bewezen effectief is, de Europese Aalverordening, onvoldoende uitgevoerd. Hopelijk roept een kind binnenkort, net als in het sprookje, dat de keizer in zijn blootje loopt, zodat iedereen inziet dat dit rigide nul-advies weinig bijdraagt aan het werkelijke herstel van de palingstand.”

Alternatief: gerichte aanpak en verbetering van Aalverordening

De Sustainable Eel Group (SEG) publiceerde vorige maand aanbevelingen voor beleidsmakers: de SEG-Recommendations. Daarin pleit SEG voor regionaal aangepaste beheersplannen in plaats van algemene maatregelen, en benadrukt zij dat de focus moet liggen op het verminderen van niet-visserij-gerelateerde sterfte, zoals het verbeteren van leefgebieden en het wegnemen van barrières die palingmigratie belemmeren.

“Wat echt nodig is, is een efficiëntere implementatie van de Europese Aalverordening en de nationale Aalherstelplannen”, zegt SEG-voorzitter Andrew Kerr. “De bescherming van paling vraagt om langdurige inzet en geduld. Het blijft essentieel om te focussen op álle oorzaken van sterfte, niet alleen de visserij.”

SEG stelt voor om een internationale adviescommissie in het leven te roepen die toezicht houdt op nationale plannen en voor een betere monitoring zorgt, zodat de implementatie wordt geoptimaliseerd en de werking van de Aalverordening ten volle wordt benut.

SEG adviseert beter beheer

De Sustainable Eel Group (SEG) heeft aanbevelingen uitgebracht om het EU-beleid voor het herstel van de Europese palingstand te versterken. Hoewel de Aalverordening van 2007 al veel heeft bereikt, zoals het oplossen van obstakels in binnenlandse waterwegen en het samenbrengen van sociale, commerciële en milieubelangen, is de uitvoering nog steeds niet voldoende. Zelfs met meer maatregelen zal het herstel langer duren dan nodig.

Willem Dekker, vooraanstaand wetenschapper gespecialiseerd in palingbescherming en hoofdauteur van de ‘SEG-aanbevelingen voor de bescherming van de paling’, benadrukt de noodzaak van een gerichte, regio-specifieke aanpak: “Om de Europese paling echt goed te beschermen, hebben we beheersplannen nodig die zijn afgestemd op regio’s, landen en rivieren. Een algemene internationale aanpak werkt niet,” zegt Dekker. “We moeten alle menselijke invloeden aanpakken, niet alleen de visserij, om een volledige strategie in te voeren die het voortbestaan van de soort garandeert.”

SEG onderstreept het belang van de bestaande beschermingsmaatregelen en is van mening dat die maatregelen behouden moeten blijven en zelfs worden versterkt, om het herstel te versnellen. Om dat mogelijk te maken stelt de groep voor om een internationale adviescommissie op te richten. Deze commissie kan feedback geven op nationale Aalbeheerplannen. Andrew Kerr, natuurbeschermer en voorzitter van SEG, zegt: “Een internationale adviescommissie kan zorgen voor betere monitoring en aanpassing van maatregelen als de omstandigheden veranderen. Goed beheer moet beloond worden.”

SEG benadrukt dat herstel tientallen jaren kan duren. Dit vraagt om langdurige inzet en geduld. De groep roept beleidsmakers op om door te zetten en zich in te zetten voor het behoud van deze iconische soort voor toekomstige generaties.

Lees de aanbevelingen hier.

Onderzoek Elbe-Lübeck-kanaal: opnieuw een recordjaar voor paling

De Landessangelverband Schleswig-Holstein (LAV) voert jaarlijks onderzoek uit naar het visbestand in het Elbe-Lübeck-kanaal (ELK). Hierbij ligt de nadruk vooral op de ontwikkeling van de palingstand – en daarover is er goed nieuws te melden.

De LAV is als pachter van het ELK niet alleen bevoegd om vissen te vangen of vergunningen voor de visserij te verkopen, maar is ook verplicht om in het kader van visstandbeheer de ontwikkeling van het visbestand in de gaten te houden. In overleg met de eigenaar, de Waterwegen- en Scheepvaartadministratie van de federale overheid (WSV), onderzoekt de LAV daarom elk jaar dezelfde delen van het meer dan 60 kilometer lange kanaal. Hierbij worden alle stuwen en ook het overgangsgebied naar de Trave bemonsterd.

Gesubsidieerd onderzoek
Het onderzoek wordt uitgevoerd door de visstandbeheerorganisatie Gewässersystem Nord-Ostsee-Kanal, die verbonden is aan de LAV. Omdat de ontwikkeling van de palingstand van bijzonder belang is, wordt het werk financieel ondersteund met middelen uit de visserijheffing van de deelstaat Schleswig-Holstein en het Europees Fonds voor Maritieme Zaken, Visserij en Aquacultuur (EMFAF). Het doel van de bemonstering is vooral om de palingen te registreren die zich in de oeverzone schuilhouden. Het grootste deel van de vissen wordt op een vriendelijke manier gevangen met behulp van elektrovisserij. Daarnaast wordt een zogenaamd driewandig net (spiegelnet) parallel aan de oever uitgezet om de grotere palingen te vangen die uit de stenen oeverbekleding vluchten. Ook dit vangmiddel is visvriendelijk door de bijzondere netvorm en de palingen kunnen, voor zover ze niet voor verder wetenschappelijk onderzoek worden gebruikt, na de vangst worden vrijgelaten.

Een positieve ontwikkeling
Al tijdens de bemonstering kregen de LAV-biologen de indruk dat de palingstand op een hoog niveau ligt. Net als in het voorgaande jaar werden op sommige trajecten weinig palingen gevangen, maar op andere juist zeer veel. Vooral interessant: de waargenomen palingdichtheden komen goed overeen met de delen waar jaarlijks paling wordt uitgezet. Blijkbaar migreren de palingen na het uitzetten niet per se ver weg, maar blijven ze mogelijk hun hele leven in de buurt van de uitzetplek – een positief teken voor de kwaliteit van hun leefgebied. Als voedsel en schuilmogelijkheden niet toereikend waren, zouden de palingen verder trekken.

Opvallend was bovendien het grote aantal grotere exemplaren van meer dan 60 centimeter – enkele begonnen zelfs al de zilveren kleur van schieraal aan te nemen. Deze palingen zullen later dit jaar hun indrukwekkende reis naar de paaigronden midden in de Atlantische Oceaan ondernemen. Over het algemeen konden, net als in voorgaande jaren, diverse grootteklassen worden geregistreerd. Dit is positief, omdat het aantoont dat het jaarlijks uitzetten van palingen succesvol is. Andersom, zou het ontbreken van bepaalde grootteklassen erop wijzen dat vissen van een bepaalde leeftijdsgroep niet aanwezig zijn en dat het uitzetten in de betreffende jaren niet succesvol is geweest.

Opnieuw een recordjaar
De eerste evaluatie van de vangsten is duidelijk: 2024 was met 1.430 palingen opnieuw een recordjaar! Nog nooit werden er bij de gestandaardiseerde bemonsteringen zoveel palingen gevangen. Dit is een groot succes en vooral een verheugend resultaat voor de visserijbiologen Rüdiger Neukamm en Mattias Hempel, die zich al jarenlang inzetten voor de paling en de instandhouding van de soort. “We zijn zeer tevreden met de resultaten van het visbestandsonderzoek. De uitzetmaatregelen hebben hun vruchten afgeworpen. Door de jaren heen is het gelukt om een populatie op te bouwen die qua aantallen en leeftijdsstructuur steeds meer lijkt op een natuurlijke populatie,” aldus Rüdiger Neukamm.

De palingvangsten bij de gestandaardiseerde bemonsteringen in het ELK laten een duidelijk positieve en zeer bemoedigende trend zien. Omdat de bemonsteringen op dezelfde manier, op dezelfde trajecten en op hetzelfde tijdstip van het jaar worden uitgevoerd, zijn de verzamelde gegevens betrouwbaar. Ze wijzen op een bijna constant positieve ontwikkeling van de palingstand in het Elbe-Lübeck-kanaal. De vangsten waren daarbij ongelijk verdeeld over de kanaaltrajecten: in de “slechtste” stuw werden ongeveer 1,5 palingen per 100 meter oever gevangen, in de “beste” meer dan 20 exemplaren. In totaal werden in de Spiegelhaltung (van de Donnerschleuse tot Witzeeze) met 555 exemplaren de meeste palingen gevangen. Op sommige vangstations vingen de biologen bijna op elke meter een paling.

Uitzetten als succesmodel
Dat de positieve ontwikkeling van de palingstand te danken is aan het uitzetten van palingen, is aangetoond: tot 2020 werden de gehoorsteentjes van de palingen voor het uitzetten gemarkeerd door ze in een kleurstofbad te dopen. Deze markering blijft behouden en ook na jaren kunnen de gevangen vissen nog steeds zonder twijfel als uitgezette palingen worden geïdentificeerd. Zo kon LAV-bioloog Mattias Hempel in zijn onderzoek vaststellen dat in 2023 92% van de onderzochte palingen (106 individuen met lengtes van 25 tot 40 cm) uit het uitzetprogramma afkomstig was.

Het instandhouden van de palingstand in het Elbe-Lübeck-kanaal dient niet alleen om de vangstmogelijkheden voor vissers te waarborgen. De paling vervult als roofvis belangrijke ecologische functies. Hij is, zoals geen andere roofvis, in staat om in de ruimte tussen de stenen oeververdediging te jagen op invasieve soorten zoals de zwartbekgrondel of de Amerikaanse rivierkreeft. Bovendien is het ELK een goed opgroeigebied, waar de paling relatief weinig sterfte door visserij ondervindt. Ook de migratieroutes naar de Noordzee via de Elbe zijn kort en grotendeels zonder hindernissen – wat een betere uittrek van paairijpe schieralen kan bevorderen. Dit alles maakt het ELK tot een waardevol leefgebied voor de Europese paling. Dit geldt niet per se voor de aankomstwateren van de glasaal in Frankrijk en Spanje – daar worden de palingen geconfronteerd met vele gevaren: waterkrachtcentrales, kerncentrales met koelwaterinlaten, PCB-vervuiling, een extreem gegroeide populatie meervallen (die daar een belangrijke vijand zijn) en een soms extreem hoge natuurlijke sterfte in de eerste levensweken. Rüdiger Neukamm vat het samen: “We zijn optimistisch dat het uitzetten van paling in geschikte leefgebieden zoals het ELK kan bijdragen aan het behoud van de soort.”

Raymond Plat is Paling Patron 2024/ 2025

Tijdens een ‘sterren-party’ in Restaurant Troef te Amsterdam werd Raymond Plat, chefkok en patron-cuisinier van Troef door Stichting DUPAN uitgeroepen tot Paling Patron van het jaar 2024/25. Hij treedt daarmee toe tot het Gilde der Paling Patrons. Twee-sterrenchefs en collega-gildeleden Martin Kruithof en Michel van der Kroft reikten de award uit. De Paling Patron eert hen die zich inzetten voor de verbetering van de palingstand en het behoud van de Nederlandse palingcultuur.

 

V.l.n.r.: Martin Kruithof, Patron-cuisinier De Lindenhof**, Giethoorn, Alex Koelewijn, voorzitter DUPAN, Raymond Plat, Patron-cuisinier Restaurant Troef Amsterdam, Michel van der Kroft, Meesterkok restaurant ’t Nonnetje**, Harderwijk

Raymond is er trots op om Paling Patron te zijn. “Als chefkok streef ik voortdurend naar het allerbeste voor onze gasten. In de creatie van mijn gerechten zoek ik het onderscheid in unieke smaakcombinaties met producten van dichtbij. Paling is sterk verbonden met de Nederlandse culinaire identiteit en het is onze plicht om er zorgvuldig mee om te gaan. Daarom heb ik bewust gekozen voor paling met het ESF-label, wat bijdraagt aan het duurzame beheer van onze palingstand. Ik voel me dan ook zeer vereerd dat ik ben gekozen als Paling Patron.”

Alex Koelewijn, voorzitter van DUPAN, licht de keuze voor Raymond toe. “Raymond is een jonge chef met toewijding aan eerlijke en verantwoorde gastronomie, waarbij hij uitsluitend gebruik maakt van paling met het blauwe label van het Eel Stewardship Fund. Wij verwelkomen hem daarom graag als Meester van het Gilde der Paling Patrons”.

De uitreiking van de Paling Patron kreeg extra glans doordat Restaurant Troef gevestigd is op een wel heel bijzondere historische plek; de Schollenbrugstraat in Amsterdam. Het palingroken, zoals dit tegenwoordig nog steeds wordt uitgeoefend, is hier rond het midden van de 19e eeuw ontstaan.

Raymond’s trots werd nog eens onderstreept toen hij de Paling Patron-award in ontvangst mocht nemen van patron cuisinier én zijn vroegere mentor, Martin Kruithof van de Lindenhof in Giethoorn**. Martin is vol lof over zijn voormalige leerling: “Raymond is een van de meest getalenteerde chefs die Nederland rijk is en bovendien een fantastisch mens. Hij staat niet alleen bekend om zijn culinaire meesterschap, maar ook om zijn integriteit en toewijding aan het Nederlandse culinaire erfgoed.”

Michel van der Kroft van ’t Nonnetje** in Harderwijk, de eerste Paling Patron in 2018, feliciteerde zijn collega Raymond en noemde hem en Troef “de sensatie van Amsterdam”.

Het speciaal door Raymond Plat en zijn team samengestelde menu tijdens de uitreiking van de PalingPatron:

bb

 

1,8 miljoen baby-palingen uitgezet in Nederland

Wageningen, 5 maart 2024 – In Nederland zijn 1,8 miljoen baby-palingen, ofwel glasaaltjes uitgezet in de natuur. Dat werd gedaan door beroepsvissers in Zeeland, Brabant en Friesland en gecoördineerd door stichting DUPAN. De uitzet van jonge paling is een natuurherstelmaatregel van de overheid om de palingstand te vergroten.

De uitgezette glasaaltjes zijn afkomstig uit de Franse Atlantische riviermondingen. Daar komen ze in deze tijd van het jaar in massale hoeveelheden (naar schatting 1,4 miljard) voor. De kustbeschermingsmaatregelen verhinderen een vrije doortocht naar zoet water. Door de dichte concentratie vallen de visjes daardoor makkelijk ten prooi aan grote vissen en vogels. Tegelijkertijd zijn er in andere landen juist te weinig jonge palingen. Door ze te verspreiden over geselecteerde gebieden in heel Europa, wordt in die gebieden de palingstand verhoogd hebben de kleine palingen een veel grotere overlevingskans.

Het Aalherstelplan, als onderdeel van de Europese Aalverordening, voorziet sinds 2010 jaarlijks in de uitzet van een hoeveelheid glasaal. In heel Europa is vanaf 2007 de Aalverordening van kracht. Na decennialange achteruitgang is de daling van de hoeveelheid glasaal in 2011 gestopt en neemt sindsdien licht toe. Door jonge paling uit te zetten wordt naar verwachting het aantal paaiende palingen vergroot en komen er uiteindelijk méér jongen. Dankzij goed beheer van de natuur en de visserij én door het herstellen van de natuurlijke routes voor paling, is er goede hoop dat de stijging van de palingstand zich in de komende jaren voortzet.

Er is in totaal rond de 720 kilo glasaal uitgezet, ongeveer 1,8 miljoen jonge palingen, in door de overheid geselecteerde gebieden. Wanneer de glasalen tot volwassen palingen (schieralen) zijn uitgegroeid, kunnen ze vanuit die gebieden vrijuit naar de Atlantische Oceaan zwemmen, om in de Sargassozee weer voor nageslacht te zorgen.

Verantwoording

Deze uitzet is mede mogelijk gemaakt door het Ministerie van LNV. Voor de aankoop van glas- en pootaal is steun verleend vanuit het Europees Maritiem, Visserij en Aquacultuur Fonds (EMVAF). Het doel is om zodoende de uittrek van schieraal (volwassen palingen) te verhogen, conform de doelstellingen uit de Europese Aalverordening en de nationale implementatie daarvan via het Nederlandse Aalherstelplan.

Het project is medegefinancierd door het Eel Stewardship Fund (ESF®) en gecoördineerd door Stichting DUPAN.

Europees Fonds voor
Maritieme Zaken en Visserij

 

 

Nieuwjaarsrede DUPAN-voorzitter Alex Koelewijn

Dames en heren, kwekers, handelaren, vissers, beleidsmakers, beheerders, vrijwilligers en iedereen die zich inzet voor het welzijn van paling in Nederland en Europa. Allereerst wil ik u allen een heel gelukkig, voorspoedig en gezond nieuwjaar toewensen. Terwijl we aan de start van 2024 staan, kijken we uit naar alle kansen en mogelijkheden die het jaar ons gaat bieden. Maar het is tegelijkertijd ook belangrijk om even stil te staan bij het afgelopen jaar.

Afgelopen jaar hebben we een groot verlies geleden. In de zomer namen we afscheid van Han Walder, een zeer gewaardeerd adviseur van het DUPAN-bestuur en een voorvechter van een eerlijk beleid voor de palingvisserij en de sector als geheel. De vader van het project ‘Paling over de Dijk’. Zijn diepgaande kennis, onwankelbare passie en toewijding aan onze missie zullen voor ons een inspiratie blijven. Zijn nalatenschap is onuitwisbaar en zal voortleven in ons werk en onze harten. Laten we hem gedenken met een moment van stilte.

Als we aan het einde van deze toespraak het glas heffen, laat dat dan vooral ook voor hem bedoeld zijn.

Wat gebeurde er verder in 2023?

In 2023 hebben we, met dank aan de gezamenlijke inspanningen van veel van de mensen in deze zaal, behoorlijke stappen gezet in de bescherming en het herstel van de palingstand. We hebben miljoenen jonge palingen kunnen uitzetten in de Randmeren en andere wateren. Dat herbevolken levert een cruciale bijdrage aan het behoud en de verspreiding van deze unieke vissoort. Herbevolken is een maatregel uit het Europese Aalbeheerplan én het Nederlandse Aalherstelplan. Dat we zoveel uitzetprojecten kunnen doen, weerspiegelt onze toewijding aan natuurbehoud en het belang van paling in ons ecosysteem én in ons cultureel erfgoed.

Ondertussen bleven we geconfronteerd worden met de verwerpelijke, illegale palinghandel.

In nauwe samenwerking met internationale organisaties en autoriteiten zijn er grote stappen gezet in het ontmantelen van criminele netwerken.
De succesvolle resultaten benadrukken het belang van onze voortdurende waakzaamheid en acties tegen deze illegale praktijken. Het benadrukt ook het belang van de speciale duurzaamheidsstandaard voor paling, de SEG-Standaard, waar Andrew Kerr straks meer over zal vertellen.
De nieuwe versie van die standaard, versie 7, is een belangrijke stap voorwaarts naar een nóg meer duurzame en verantwoorde palingvisserij, -kwekerij en -handel. Het vergroot de transparantie van vangst tot bord en helpt illegale handel en stroperij te verminderen.

Een mooi hoogtepunt afgelopen jaar was de uitzet van pootaal door peurvereniging KIJG in mei, ter ere van hun 50-jarig jubileum. Deze mijlpaal onderstreept het belang van gemeenschapsbetrokkenheid bij natuurbehoud en de cruciale rol die lokale organisaties spelen in het herstel van de palingstand én de prachtige palingcultuur. Noeste kerels die bij nacht en ontij in hun houten, historische punters het water opgaan, om zonder scherpe haak, met alleen een bosje wormen, een paar palingen voor eigen gebruik een-voor-een aan boord te hengelen. De vereniging uit Kampen, IJsselmuiden en Genemuiden draagt al zo’n 16 jaar bij aan lokaal aalherstel. Dit prachtige initiatief wordt betaald met geld dat de peurders bijeenbrengen via hun jaarlijkse tombola. DUPAN verdubbelt het bedrag elk jaar vanuit het Eel Stewardship Fund®, het blauwe palingfonds.
Zo zetten de peurders een keer of vijf zoveel uit, dan ze opvissen. Deze betrokkenheid bij de natuur én behoud van prachtige folklore mag een inspiratie zijn voor ons allemaal.

En dan over ons vlaggenschip-programma: Paling Over De Dijk.

DUPAN heeft in 2023 het Landelijk Coördinatiepunt Paling Over De Dijk opgericht. Van daaruit worden alle projecten waarbij palingen veilig op weg naar zee worden geholpen ondersteund. Organisaties kunnen er terecht voor advies, hulp bij de projectopzet en de uitvoering ervan.
Op 13 locaties in Nederland vonden in het najaar projecten plaats om de grote puberende palingen over de barrières heen op weg naar zee te helpen. Zo werden in 2023 meer dan 10.000 palingen onbeschadigd over en langs de barrières geholpen. Palingen redden, een missie van DUPAN en de eigenaren van de barrières. Daarmee kunnen de palingen hun weg naar de paaigronden vervolgen. Met bijna 12.500 kilo en ruim 10.000 stuks opnieuw een record! En dat terwijl we weken eerder moesten stoppen vanwege het vele water dat door onze waterwegen stroomde. Het besef dat elk gered vrouwtje wel tot enkele miljoenen larfjes kan voortbrengen maakt dat hier een trotse voorzitter staat.

Onze oproep om PODD ook toe te passen bij het gemaal in IJmuiden is door Rijkswaterstaat snel en adequaat beantwoordt. Dit initiatief kan de sterfte van duizenden palingen voorkomen en een essentieel onderdeel zijn van alle inspanningen om de palingstand te verbeteren. Komend jaar worden de resultaten van de eerste keer Paling Over De Dijk bij IJmuiden geëvalueerd en zullen we samen kijken hoe we het project daar kunnen optimaliseren.

In het Visblad van Sportvisserij Nederland zeggen de juristen uit Bilthoven het goed voor te hebben met de visstand en met de migratie van vissen bij de waterkrachtcentrales. Dat is toch iets anders dan wij, als DUPAN, in werkelijkheid zien. DUPAN kent de SVN-juristen alleen van zittingen bij de rechtbank. Waar SVN er alles aan doet om te verhinderen dat LNV aan DUPAN een ontheffing verleent om bij Maurik palingen veilig langs de waterkrachtcentrale te helpen.

Gelukkig is en blijft de samenwerking tussen DUPAN en veel lokale sportvissers bij de uitvoering van de PODD-projecten uitstekend! Ik spreek de hoop uit dat het hoofdkantoor en de juristen in Bilthoven hun strijdbijl begraven.

Dan het einde van het jaar.

Voor onze sector altijd weer spannend. Iedereen werkt zich drie slagen in de rondte om de bestellingen voor de Kerst klaar te krijgen. Soms iets te gehaast, zoals in Limburg, waar een aanhanger geladen met levende paling kantelde. Gelukkig bleef het bij blikschade en bracht de chauffeur het er heelhuids vanaf. De palingen kunnen zich buiten water ook prima verplaatsen. Alles zorgde wel voor aandacht voor paling in de media.

Ook fijn dat ene stichting G.F.F. te V. zich ieder jaar roert in de kerstperiode. Net als voorgaande jaren had, die ene mevrouw die dit clubje vanuit Luxemburg bestiert, weer wat bedacht. In een eerder jaar hadden ze grote billboards met de tekst “Redt de paling”. De consument leest paling en denkt ‘ohh, ook lekker!’ en koopt vervolgens meer. Het blijft grappig om te horen dat die campagnes tegen de palingconsumptie, consumenten juist aanzetten om paling te consumeren. Namens de palingsector mag ik zeggen: hartelijk dank.

Sinds de laatste twee jaar staat paling op de agenda van de Visserijraad. Nog net even voor Kerst, die periode is erg fijn met de agenda’s van de mensen in onze sector. Die hebben toch niks anders te doen in deze periode. De kernvraag blijft: “Palingconsumptie ? Ja of NEE ?”. De Aalverordening is duidelijk: “bescherming en duurzaam gebruik van paling”. De december-visserijraad in Brussel brengt de sector in verwarring. Een sector die haar verantwoording over duurzaamheid en gecontroleerde benutting neemt via DUPAN, het Eel Stewardship Fund en versie 7.0 van de Sustainable Eel Standard-certificering, verdient beter. De Europese palingsector investeert en wil graag de toekomst in met vertrouwen. Want ook voor de sector is de vraag: “Gaan we investeren in verduurzaming van onze bedrijfspanden en processen” een serieus vraagstuk. Willen we met vertrouwen de toekomst in of hangt er elk jaar een onnodig zwaard van Damocles boven de sector. Ondernemers hebben behoefte aan duidelijkheid en een stip op de horizon voor de langere termijn. Ik wil de beleidsmakers graag meegeven dat de ondernemers in palingland in de afgelopen jaren meer inzet getoond hebben om te verduurzamen dan welke sector ook. Mijn persoonlijke oproep aan Den Haag en Brussel: Waardeer dit a.u.b.

EU-Adviesrapport Bert-Jan Ruissen

Het adviesrapport van Europarlementariër en speciaal rapporteur Bert-Jan Ruissen van de SGP heeft in de afgelopen decemberraad een stevige invloed gehad. Zijn pleidooi voor een evenwichtigere aanpak in het beheer van de palingpopulatie heeft ertoe geleid dat de Aalverordening opnieuw boven andere, tekort-door-de-bocht-regelgeving prevaleert.
Natuurorganisaties, een enkele noemt zich tegenwoordig zelfs milieuorganisatie, hadden graag gezien dat de hele sector stopt Een extreem standpunt waarmee ze alle waarden van echte duurzaamheid over boord kieperen. Immers echte duurzaamheid bestaat uit drie pijlers People, Planet en Prosperity. Het lijkt erop dat organisaties die zeggen te streven naar verduurzaming van de visserij, steeds extremistischer worden in hun standpunt. Alsof ze enkel nog het planet-deel van duurzaamheid begrijpen en geen enkele pragmatische benadering meer kennen. De afgelopen jaren is er door NGO’s continu aan de poten van de Aalverordening gezaagd. Daar heeft de EU-council, in de decemberraad nu 3 weken geleden, korte metten mee gemaakt. Dit mogen we zien als een verdienste van onze sector, omdat de sector juist medeverantwoordelijk is voor het succes van diezelfde Aalverordening. De sector neemt de maatregelen serieus en doet zelfs meer dan de verordening voorschrijft. Die verordening heeft ervoor gezorgd dat er van een uitstervende soort bij lange na geen sprake is.

De Aalverordening werkt!

Door de verordening is de dalende palingstand in 2011 gestopt en is de weg naar boven ingeslagen. Elk jaar komen er zo’n 1,4 miljard jonge palingen aan de kusten van het Europese leefgebied. 1,4 miljard elk jaar! Dan ben je als soort echt niet met uitsterven bedreigd. Ik spreek hier de hoop uit dat de politiek, wetenschap en de milieuclubs eens beseffen hoe laag de benutting van het palingbestand in werkelijkheid is. Via de Sustainable Eel Group hebben we een getal boven water gekregen: de hele Europese sector gebruikt door alle regulering en beschermende maatregelen slechts 4% van de jaarlijkse aanwas.

Ik vraag u: 4%: welke vissoort staat daarmee gelijk qua benutting? Slechts 4% van de jaarlijkse aanwas die bestaat uit tien cijfers. ‘Het bestand’, hoor ik u denken. Nee, het totale palingbestand is vele malen groter. Wie weet er hoeveel palingen er in het hele leefgebied zwemmen, en hoeveel er onder weg zijn naar de Sargassozee? Het totale bestand is immens groot. Tientallen miljarden of nog meer, het is allemaal één grote palingfamilie. De volgende vraag is dan: moet je, in verband met die 4%, een sector die voedsel produceert de nek omdraaien? Als je benutting niet meer toelaat, help je daar de palingstand mee? De sector heeft 14 jaar geleden al de conclusie getrokken dat de paling boven het eigen economische belang staat. Die conclusie staat nog steeds. Wat de sector toen ook al goed zag en Bert-Jan Ruissen in zijn rapportage nu ook duidelijk aangeeft: richt je op de échte oorzaken die zorgen voor onbereikbare – en in het beste geval gefragmenteerde – leefgebieden en zorg dat alle lidstaten hun verplichtingen uit de Aalverordening nakomen.

Dat de Aalverordening door de EU terecht opnieuw is neergezet als dé leidraad voor het beheer van paling, dat krijgt trouwens nog wel een staartje wat mij betreft…

In Nederland hebben we zowel in Zeeland als bij de Wadden te maken met dubbele wetgeving. De driemaandelijkse uitbreiding van de gesloten tijd in zout water vanuit het Gemeenschappelijk Visserij Beleid, is daar in 2022 bovenop het Aalbeheerplan gelegd. Dat kan natuurlijk niet: de Europese Aalverordening en het Nationale Aalbeheerplan zijn specifieke regelgevingen en die prevaleren boven het generieke GVB. Deze dubbele regelgeving is op meerdere plekken ingesteld in de EU. Ik beloof u dat we in 2024, samen met onze buitenlandse partners, serieus gaan bekijken of dit wel reglementair is.

Samenwerkingen geïntensiveerd

2023 was trouwens ook een jaar waarin we onze samenwerking met diverse organisaties, wetenschap en overheden hebben geïntensiveerd. Door deze nauwe samenwerkingsverbanden kunnen we een grotere impact hebben, zowel lokaal als internationaal. We hebben gezien hoe belangrijk het is om gemeenschappelijke doelen na te streven en onze krachten te bundelen voor een groter goed. Daar gaan we in 2024 mee verder. Zo blijven we ons inzetten, samen met de WUR, voor reproductie van paling in gevangenschap. Zodat we het kleine beetje impact op de natuur van de sector in de toekomst nog verder kunnen terugdringen. Er staat sinds kort een splinternieuwe hatchery op de campus, waar we veel van verwachten. Ook werken we met WMR samen op het gebied van data-analyse. Én we willen uitzoeken waarom er toch zulke grote verschillen zijn tussen de sterk stijgende catch-per-unit-effort-cijfers uit de praktijk en de niet-groeiende, sterker nog dalende cijfers waar ICES jaar op jaar mee schermt. Discrepantie tussen werkelijkheid en wetenschappelijke waarneming is wel het laatste waar de paling mee gebaat is.

Terwijl we vooruitkijken naar 2024, blijven we ons inzetten voor het herstel van de palingstand en de bescherming van onze wateren. Dit kunnen we niet alleen; het vereist de gezamenlijke inspanning van iedereen die paling lief is:
– van vissers tot wetenschappelijke uitvissers,
– van beleidsmakers tot beleidskrakers,
– van producenten tot consumenten.

Ik breng dan ook graag een toast uit op het nieuwe jaar, een palingrijk jaar.

Samen kunnen we een duurzame toekomst voor de paling in onze wateren verzekeren. Laten we de uitdagingen van het nieuwe jaar aangaan met hernieuwde energie en vastberadenheid.
Met gepaste trots op onze successen, maar ook met een open blik voor nieuwe kansen en uitdagingen. Samen vooruit!

Proost en Dank u wel

 

 

Meer jonge paling aan de Europese kusten

Op 1 november publiceerde het wetenschappelijk onderzoeksorgaan ICES haar jaarlijkse advies voor bescherming van de palingstand in Europa. Net als vorig jaar betreft het advies onder andere een nul-vangst voor de palingvisserij. Het advies verbaast de internationale palingsector. De cijfers waar het advies op is gebaseerd laten een geringe daling zien, terwijl de waarnemingen in de praktijk het tegenovergestelde tonen. In de sector roept het vragen op over de juistheid van de metingen en de betrouwbaarheid van de cijfers.

Aan de kusten van Frankrijk komt 85% van alle glasaal (baby paling) in Europa aan. De jaarlijkse monitoring van de Franse visserijcommissies laten al jaren een stijgende lijn in het aantal glasalen zien. Maar ook wetenschappelijke onderzoeken in de Zuidelijke Oostzee, Nederland en Zweden tonen een stijging aan. Voor Frankrijk redenen genoeg om aan te sturen op methodes waarbij wetenschappelijke gegevens worden geïntegreerd met die uit de visserij. Tot nu toe is daar door ICES-wetenschappers echter afwijzend op gereageerd. De wetenschap worstelt al jaren met meetmethodieken. Omdat men stug blijft vasthouden aan monitoring op vaste plekken ondanks dat de omstandigheden veelal ingrijpend veranderd zijn en de jonge paling haar weg al lang elders heeft gevonden.

Wetenschappers meten in heel Europa de hoeveelheid glasaal die bij de kusten naar binnen komt. Tussen 1980 en 2010 daalde de intrek van glasaal, net als andere migrerende vissoorten, fors door verdwijning of afsluiting van leefgebied (95% volgens WWF-onderzoek), kustbarrières, obstakels in het water en overbevissing. Vanaf 2010 is het aantal jongen echter gestabiliseerd. De cijfers laten het laatste decennium zelfs een lichte stijging zien. In seizoen 2022/2023 was die stijging voor de Franse wetenschappelijke adviescommissie de reden om het vangstquotum voor 2023/2024 te verhogen van 59 naar 95 ton. De overheid hield de verhoging beperkt tot 65 ton (waarvan 60% voor uitzet in de natuur).

EU-commissie wil geen beperking van de visserij
De Europese Visserijcommissie heeft in oktober unaniem het advies van speciaal rapporteur Bert-Jan Ruissen (SGP) aangenomen, om geen aanvullende visserijmaatregelen te treffen en de focus te leggen op het verwijderen van barrières die de palingtrek bemoeilijken. Dat laatste wordt inmiddels algemeen gezien als belangrijkste oorzaak van de daling in de palingstand in de vorige eeuw. In november besluit het Europarlement over het advies van Ruissen.

 

BJ Ruissen zet jonge paling uit