Internationale deskundigen hekelen RADAR-uitzending

Vanuit de samenwerkende internationale wetenschappers, natuurorganisaties en bedrijfsleven is met afkeuring gereageerd op de manier waarop TV-programma RADAR zich heeft laten bespelen door het Wereld Natuur Fonds en de Good Fish Foundation.

Voorzitter Andrew Kerr van de Sustainable Eel Group hekelt de handelswijze van de Nederlandse milieuclubs: “in Nederland weigeren WNF en Good Fish Foundation al vijf jaar categorisch om de samenwerking aan te gaan. Iets wat op Europees niveau sinds 2010 wél gebeurt. En juist de Nederlandse sector heeft zich de afgelopen 5 jaar als een gidsland opgesteld als het gaat om beperking van visserij en effectieve hulp om de palingstand versneld te verbeteren.”

In de RADAR-uitzending pleiten milieuorganisaties opnieuw voor het stilleggen van de sector. Dat zou de snelste methode zijn om de paling te beschermen. Andrew Kerr: “het is juist mede dankzij de sector dat er paling in Europa kan leven. Zonder hun hulp kan paling hier niet overleven, omdat de kusten hermetisch zijn afgesloten. Door de uitzet van tientallen miljoenen palinkjes per jaar moet de palingstand op peil worden gebracht. De overheid en de sector investeren miljoenen per jaar in het herbevolken met jonge paling, wetenschappelijk onderzoek en het passeerbaar maken van waterbarrières.”

Wat gebeurt er als de sector haar activiteiten stopt? Andrew Kerr: “dan komen er te weinig jonge palinkjes Europa binnen en kunnen er onvoldoende volwassen dieren zich voortplanten in de oceaan. De palingstand zal dan juist een daling laten zien. Stoppen van de sector zoals WNF wil heeft een wetenschappelijk aantoonbaar, averechts effect. Alle internationale kennis op het gebied van paling is heeft zich verzameld rondom de Sustainable Eel Group en de wetenschappelijke adviesorganen van ICES, IUCN en CITES. Het Wereld Natuur Fonds maakt zich met haar – in het geheel niet onderbouwde advies – dan ook volstrekt belachelijk.”

Het Wereld Natuur Fonds beweert dat paling met uitsterven is bedreigd en zich op een kritieker niveau bevindt dan de Panda.

Andrew Kerr: “De grootste nonsens die wij als deskundigen ooit hebben gehoord. Paling sterft niet uit, er zijn er simpelweg te veel van. In de Golf van Biskaje in Frankrijk alleen al zijn dit seizoen meer dan een miljard jonge palingen aangekomen. Daarvan hebben de Fransen er 150 miljoen opgevangen voor uitzet in andere Europese landen. Paling is dan ook geen Nederlands issue maar internationaal.”

“Bovendien mag wat WNF zegt niet. In de IUCN-ranglijst van bedreigde diersoorten staat letterlijk dat het onderling vergelijken van diersoorten aan de hand van hun positie op de lijst niet kan. Ook beschrijft de lijst dat goed beheer van een soort kan leiden tot verbetering van de populatie. Dat is precies wat er in Europa gebeurt. De milieuclubs in Nederland frustreren met hun tendentieuze geroep het vele goede werk dat op juist in Nederland en op internationaal niveau wordt gedaan.”

DUPAN niet in RADAR

Stichting DUPAN heeft besloten niet mee te werken aan het RADAR-programma over paling. Onze overwegingen zijn daarbij als volgt:
 
1. De RADAR-redactie zet in haar programma de meningen uiteen van WNF en Stichting de Noordzee/ Good Fish Foundation. Deze organisaties hebben de afgelopen 5 jaar steevast geweigerd om met Stichting DUPAN in overleg te treden. In recente een mailwisseling hebben zij opnieuw aangegeven niet met de sector te willen praten en aangegeven dat de activiteiten van de sector moeten worden gestopt. Zij hebben per brief aan de Europese Commissie laten weten dat de visserij op paling volledig moet worden stilgelegd.
 
2. CITES heeft paling ter bescherming op de Appendix-lijst II geplaatst, voor soorten die niet met uitsterven zijn bedreigd.
 
3. Voor paling geldt de Europese aalverordening, die is ingesteld (artikel 1) ter bescherming en het duurzame gebruik van het bestand. Daarbovenop is een Nederlands Aalherstelplan van kracht, waarbij de grenzen van menselijke benutting zijn aangegeven. Daarmee is Paling is een legaal product dat in Europa vrijelijk verhandeld mag worden.
 
4. IUCN guidelines laten niet toe dat vergelijkingen worden gemaakt met andere diersoorten op een lijst, zonder dat een explicite verwijzing naar de beoordeling plaats vindt, of dat conclusies worden getrokken uit de lijstpositioneringen voor het gebruik van publicaties van derden. Bovendien tekent IUCN aan dat goed gereguleerde handel het behoud van een soort kan bevorderen: exact dat wat DUPAN voorstaat.
 
5. ICES heeft – in tegenstelling tot wat bovengenoemde organisaties beweren – de laatste 8 jaar niet geadviseerd dat de visserij op paling moet stoppen. Bovendien is het ICES-advies op het voorzorgsprincipe gebaseerd, omdat feitelijke kennis ontbreekt. Dit laat ruimte voor discussie. Een discussie die WNF en Stichting de Noordzee/ Good Fish Foundation niet aan willen gaan.
 
6. Bij de beoordeling van paling op de lijst van de Good Fish Foundation (Viswijzer) is geen rekening gehouden met de Katadrome (zout-zoet-zout-migratie) leefwijze en de Panmictische aard  (at random genetische samenstelling) van het enorme palingbestand. Hierdoor legt de GFF paling langs dezelfde meetlat als een marine soort als Schol (Common Fisheries Methodology). Door deze ingangsfout is een juiste lijstbepaling onmogelijk geworden. 
 
7. WNF en GFF zijn van mening dat alleen vissen met een MSC of ASC-keurmerk te verantwoorden zijn. Voor een goede uitleg en achtergrond waarom paling geen MSC of ASC heeft, verwijst DUPAN naar de website van MSC: https://www.msc.org/documenten/visserij-factsheets/factsheet-paling-en-certificering/view
 
Gezien het voortdurend weigeren van een dialoog door WNF en de Good Fish Foundation, ziet DUPAN het niet zitten om via de media de discussie aan te gaan. De deur voor een gesprek met WNF en GFF staat al 5 jaar open bij DUPAN. Zodra er zicht is op constructief overleg tussen partijen, werkt DUPAN in de toekomst alsnog graag mee aan een uitzending. 
 
N.B.: De aankomst van jonge paling aan de Europese kusten is de afgelopen 5 jaar gemiddeld behoorlijk toegenomen – in tegenstelling tot wat sommige natuurorganisaties beweren. Deze weken komen als gevolg daarvan rond de 5 miljoen jonge palinkjes naar Nederland om uit te zetten. Het gaat om de maximale aantallen die de natuur aan kan. 

Friesland zit vol met jonge paling

Reduzum (Roodahuizum), 17 maart 2016 – Friese beroepsvissers en vrijwilligers van de Friese sportvisserij zijn vandaag gestart met de herbevolking van de Friese wateren. In een dag is Friesland 3,5 miljoen jonge palinkjes rijker. 

Dit uitzonderlijk hoge aantal is mogelijk doordat de aankomst van jonge paling aan de Europese kusten is dit jaar historische waarden bereikt. In de afgelopen 5 jaar neemt het aantal jonge palingen dat zich aandient aan de kusten toe.

De jonge, nog volledig transparante palinkjes – zogenaamde glasalen – zijn afkomstig uit Frankrijk, uit een gebied waar ze geen toekomst hadden. Daar zijn de jonge palingen met de grootst mogelijke zorg opgevangen volgens de nieuwe internationale Sustainable Eel Standard. Het uitzetten van jonge paling is een Europese maatregel om de palingstand te doen toenemen. Vooraanstaand wetenschapper Dr. W. Dekker zei vorige maand op een internationale conferentie over paling, dat uitzetten het herstel van de palingstand bevordert, als het in maximale aantallen gebeurt.

Friese beroepsvisser Ale de Jager zet de eersten van 5,5 miljoen jonge palinkjes uit

Voorzitter van Stichting DUPAN Alex Koelewijn is blij dat aan vandaag in Friesland aan die maximale aantallen wordt voldaan: “We zetten vandaag de hoeveelheid paling uit die het Friese water van nature dragen kan. Meer paling kan hier volgens de wetenschap niet opgroeien.”

Er volgen dit jaar nog meer gebieden die herbevolkt worden met jonge palingen, deze gebieden zijn speciaal geselecteerd door de overheid. Palingen komen naar Nederland om te groeien en wanneer deze glasaaltjes tot volwassen palingen (zogenaamde schieralen) zijn uitgegroeid keren ze terug naar de Atlantische Oceaan, om in de Sargassozee voor nageslacht te zorgen.

Deze uitzet wordt mede mogelijk gemaakt door het ministerie van EZ in het kader van het Nederlandse Operationeel Programma ‘Perspectief voor een duurzame visserij’. Het project wordt medegefinancierd uit het Europees Visserijfonds en het Paling Fonds en wordt gecoördineerd door Stichting DUPAN. In deze stichting werken palingkwekers, palingvissers en palinghandelaren samen om het herstel van de palingstand in Nederland te bevorderen. Tot september krijgen door deze samenwerking nog vele miljoenen jonge palingen in de Nederlandse natuur een plekje. 

 

Europees Visserijfonds: Investeringin duurzame visserij

80% van huidig glasaalquotum terug de natuur in

DUPAN pleit voor betere traceerbaarheid om illegale handel tegen te gaan

80% van huidig glasaalquotum terug de natuur in

Deze week schreef de Engelse The Guardian over de grootschalige illegale handel in Europese glasaal. Jaarlijks verdwijnen tientallen miljoenen jonge palingen naar Azië. Sinds 2009 zijn er strenge regels voor de palingvisserij. Quota, visserijbeperkingen en het  verbod om Europese paling buiten Europa te verkopen zijn sindsdien van kracht. Onderzoek van de Guardian toont echter aan dat smokkelaars een enorme hoeveelheid wegvoeren. Zelfs in zulke mate dat de smokkelaars de legale handel overtreffen. De inspanningen van Europa, lidstaten en de sector om de palingstand te herstellen worden hierdoor gefrustreerd. DUPAN sprak in november 2015 haar grote zorg uit over de steeds maar toenemende illegale handel en vroeg bij de internationale toezichthouders van CITES om strikte maatregelen.

Aal mag volgens de regels die sinds 2009 van kracht zijn alleen binnen de Europese grenzen vrij worden verhandeld. Hiermee blijft de benutting beperkt en geniet de soort bescherming. De handel van glasaal naar Azië is per definitie illegaal.

In Europa wordt jaarlijks 15 tot 17 ton glasaal benut voor consumptie en aquacultuur. Daarnaast wordt er jaarlijks rond de 20 ton opgevangen voor het herbevolken van binnenwateren in een groot aantal Europese landen. Deze herbevolking is een Europese, verplichte herstelmaatregel die is vastgelegd in de nationale aalbeheer plannen. De totale hoeveelheid benodigde glasaal voor consumptie en  herbevolken in Europa en bedraagt in het seizoen 2015/2016 rond de 37 ton.

Alex Koelewijn: “Glasaal quota worden nu op basis van een index met een wetenschappelijk advies vastgesteld. De berekening staat los van de marktbehoefte. De Europese glasaalquota bedragen samen rond de 70 ton. Het leeuwendeel daarvan wordt bepaald door Frankrijk (57,5 ton), Spanje en Engeland zorgen voor het overige deel. Met de huidige methode voor vaststelling van vangstquota wordt de kat op het spek gebonden. Het huidige, wetenschappelijk vastgestelde quotum is namelijk tweemaal zo hoog als de totale behoefte van de legale markt. Het is dan ook niet moeilijk te beredeneren, waar de overige 35 ton glasaal blijft als deze niet in Europa wordt benut.”

Onderzoek van The Guardian wijst uit dat er 20 ton Europese glasaal gemeld is bij Chinese douane. Op zich een vreemde zaak, want de Chinese autoriteiten weten dat de export van Europese paling verboden is. In Azië worden prijzen van rond de 1.500 dollar per kilo glasaal betaald. Deze extreem hoge prijzen geven de illegale handel een geschatte marktwaarde van 52 miljoen dollar.

Koelewijn: “Het is veel beter om de quota te benutten in lijn met de Europese Aalverordening. Daarin is geregeld dat van elke kilo gevangen glasaal 600 gram voor herbevolkingsprojecten is bestemd. Stel dat de consumptiemarkt om 15 ton glasaal vraagt, dan moet daar bovenop tenminste 23 ton worden bestemd voor herbevolking. Omdat het wetenschappelijk quotum nu veel hoger is kan er dus meer glasaal in de natuur worden uitgezet. Van het huidige quotum zou 80 procent naar wateren elders in Europa kunnen, in plaats van dat het overblijvende deel van het quotum naar Azië verdwijnt. Dat zou jaarlijks tientallen miljoenen jonge palingen extra opleveren en het herstel van de palingstand een enorme boost geven.

“Illegale handel en illegale visserij valt alleen te bestrijden door de traceerbaarheid waterdicht te maken. Als de autoriteiten samen met de sector de traceerbaarheid volledig weten te garanderen, door vanaf het moment van vangst een veel betere controle toe te passen, kan de illegale handel worden gestopt”, aldus Alex Koelewijn.

Duitsland start met palingfonds

De Duitse organisatie voor de palingsector, Initiative zur Förderung des Europäischen Aals e.V. (IFEA), is gestart met een palingfonds. Het internationale palingfonds ESF (Eel Stewardhip Fund) wordt uitgegeven door de Eel Stewardship Association. Deze in 2015 gestarte vereniging heeft Duitsland en Nederland als lid. ESF is een internationaal collectief merk.

Duitse vissers, kwekers en palinghandelaren werken samen aan de verbetering van de palingstand in Duitsland. Door hun lidmaatschap van ESA, dragen zij via het ESF tevens bij aan het goede werk van de Sustainable Eel Group (SEG). Binnen SEG werken een internationale groep van wetenschappers, natuurorganisaties en de sector samen aan het ontwikkelen van een duurzaamheidsstandaard voor aal.

Stichting DUPAN is lid van ESA. In de komende tijd wordt uitbreiding van het fonds naar andere landen in Europa verwacht. Met het ESF wil de Europese palingsector substantieel bijdragen aan de verbetering en een duurzaam beheer van de palingstand in Europa en het verbeteren van de wetenschappelijke kennis rondom deze mysterieuze vis.

 

Goed bezocht palingcongres in Duitsland

De Duitse organisatie voor de palingsector, Initiative zur Förderung des Europäischen Aals e.V. (IFEA), heeft een succesvol palingcongres georganiseerd in Potsdam, bij Berlijn. Wetenschappers, natuurorganisaties, overheid en bedrijfsleven werden bijgepraat over de palingstand, onderzoeken en herstelmaatregelen. Vooraanstaand palingwetenschapper Willem Dekker nuanceerde de kritiek die de laatste maanden door natuurorganisaties wordt geuit, over de toestand van de palingstand. Hij zij daarover: “Is de paling met uitsterven bedreigd? Nee. Daarvoor zijn er te veel palingen en zij vermenigvuldigen zich zeer snel en doen dat in grote aantallen. Het advies van ICES (International Council for the Exploration of the Sea) over de menselijke invloed op de palingstand is niet gegeven omdat de paling met uitsterven wordt bedreigd, maar omdat de huidige vorm van exploitatie niet duurzaam is.”

 
Wetenschapper Dr. Uwe Brämick (IfB) liet zien dat het uitzetten van glasaal een belangrijke randvoorwaarde is voor het herstel van de palingstand, aan de hand van een onderzoek in het stroomgebied van de rivier Havel in Duitsland. Willem Dekker liet aan de hand van de historische ontwikkelingen zien, dat glasaal en pootaal kan bijdragen aan het herstel van de palingstand. Zijn advies is dat het herbevolken van wateren met jonge aal op significant grotere schaal moet worden uitgevoerd. Alleen dan kan het substancieel bijdragen aan een versneld herstel van het bestand.
 
Tijdens het congres werden de maatregelen gepresenteerd die de sector neemt om te komen tot volledige traceerbaarheid en duurzaamheid. Volgens Andrew Kerr, van de Sustainable Eel Group, ligt de sleutel van goed beheer van de palingstand in Frankrijk: “In Frankrijk komt 80% van alle jonge paling Europa binnen. Als het Franse quotum op de juiste manier wordt ingesteld en volledige traceerbaarheid wordt ingesteld kan >60% van dit quotum worden benut voor herbevolking. Daarmee wordt illegale export naar Azië direct uitgebannen en tegelijk zorgt het dan voor een onvoorstelbare toename van de herbevolking. Een duurzamere benutting van het vangstquotum is in vooruitzicht.”
 
Alex Koelewijn van DUPAN onderbouwde het verhaal van Kerr met cijfers en benadrukte het belang van Europese samenwerking: “Paling is een Europese soort. Het probleem van een te lage palingstand los je niet vanuit een land op, maar zal in Europa gedragen moeten worden. Door samenwerking binnen Europa van wetenschap, natuurorganisaties en de sector zal het uiteindelijk lukken om te verduurzamen en de palingstand te vergroten. Je zag op dit congres aan de opkomst van de vele stakeholders dat het sterk leeft. Dat is ook vandaag weer duidelijk geworden en onderstreept door het Duitse lidmaatschap van ESA.”
 
Willem Dekker besloot zijn presentatie over de verbetering van de palingstand met de woorden “Wir schaffen das!”.