Beter aalbeheer kan met behoud van inkomsten uit visserij

Op vrijdag 13 mei werd het project “Duurzaam Aalbeheer door Kennis” afgerond met een symposium op de Universiteit van Wageningen. Vertegenwoordigers vanuit de wetenschap, de sector, NGO’s en de overheid namen kennis van de belangrijkste conclusies uit 4 jaar onderzoek naar aalbeheer in 4 verschillende gebieden in Nederland. Meest opvallende conclusie is dat de palingvisserij kan bijdragen aan beter aalbeheer. De aalvangst wordt daarbij gereguleerd en eenmaal over de dijken geholpen schieralen blijken prima de weg terug naar zee te vinden.

Het DAK-project is bedoeld om een bijdrage te leveren aan het verduurzamen van de palingvisserij in Nederland. Het werd uitgevoerd door wetenschappers en palingvissers in vier wateren in Nederland: de Súderpolder in Friesland, de polder Westzaan in Noord-Holland, de Vinkeveenseplassen in Utrecht en het Markiezaatsmeer op de grens van Zeeland en Brabant.

De projectpartners zijn het eens dat het samenvoegen wetenschappelijke en praktijkkennis tot betere inzichten leidt. Een van de uitkomsten is een model dat een goede beschrijving van de palingstand per gebied geeft. Het model geeft ook een voorspelling hoe een bepaalde vorm van beheer de palingstand en de schieraalproductie zal veranderen.
Hetzelfde model biedt inzicht in hoe gewijzigd aalbeheer het inkomen van een beroepsvisser beïnvloedt. Verschillende vormen van beheer door verschillende bedrijven, aangevuld met zaken als bijvoorbeeld bijvangst, leiden in de onderzochte gevallen tot weinig verschillen in inkomen.

De betrokken vissers zijn enthousiast over de samenwerking met de wetenschappers. Zij gaan dan ook door met het monitoren van de aalstand, onder andere door het melden van de vangst van voor dit onderzoek gemerkte aal. Want als het DAK-project een ding heeft aangetoond, dan is het wel dat zowel de aalstand als het aalbeheer in Nederland van gebied tot gebied grote verschillen laten zien. Dit pleit voor een gebiedsgerichte, decentrale aanpak van het beheer. Verdienstelijk voor de paling én voor de palingvisser.


Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij

‘Spicy chef’ Soenil Bahadoer uitgeroepen tot Paling Patron

Soenil Bahadoer, Meesterkok en Patron-cuisinier van 2-sterren-Restaurant De Lindehof in Nuenen, is uitgeroepen tot Paling Patron van het jaar 2022. We rijken de Paling Patron uit aan mensen die zich inzetten voor de verbetering van de palingstand en het behoud van de Nederlandse palingcultuur.

Soenil Bahadoer was zichtbaar ingenomen met de award: “Als kok streef ik naar het beste voor mijn klanten. Onderscheidende gerechten, met mooie, uitzonderlijke combinaties. Paling hoort bij Nederland, daar moeten we zuinig mee omgaan. Vandaar mijn keus voor paling met het ESF-label, waarmee ik bijdraag aan goed beheer van de palingstand in Nederland. Ik ben vereerd dat ik ben verkozen tot PalingPatron.”

Alex Koelewijn, voorzitter van DUPAN licht de keuze voor Soenil Bahadoer toe: “Eerbied voor de natuur zit in de Hindoestaanse roots van Soenil. Hij hecht belang aan een eerlijk en verantwoord product en gebruikt uitsluitend paling met het blauwe label van het Eel Stewardship Fund. Daarmee steunt hij projecten die de palingstand helpen verbeteren. Ook draagt hij in belangrijke mate bij aan onze palingcultuur. Soenil creëert culinaire hoogstandjes met invloeden uit de Franse, Nederlandse en Surinaams Hindoestaanse keuken. Zijn combinatie met paling is echt fenomenaal. Hiermee laat Soenil zien dat met paling zo veel meer mogelijk is dan alleen het traditionele.”

Soenil ontving de Paling Patron-award uit handen van sterrenchef Martin Kruithof van de Lindenhof uit Giethoorn. Hij is de vertrekkend PalingPatron. Martin Kruithof sprak zich lovend uit over zijn collega: “Soenil is een van Nederlands beste chefs en als mens een geweldig
persoon. Hij laat ons genieten van exotische smaaksensaties. Daarom verwelkom ik Soenil graag in het Gilde der PalingPatrons.” Ook Michel van der Kroft van ‘t Nonnetje in Harderwijk, PalingPatron in 2018, was vol lof over Soenil “Zijn keuken wordt beïnvloedt door zijn Surinaamse afkomst, de mijne door het geboorteland van mijn vrouw, Portugal. Dat maakt een keuken uniek, het vertelt een verhaal en dat willen mensen graag horen. Ik ben dan ook trots op mijn collega Soenil, als mens en als kok die hij is.”

Paling Biet Vandouvan

Paling Procureur Creoolse jus

Asperge Paling Yuzu

Paling Ossenstaart Groene mole

Soenil Bahadoer

Team Lindehof

Duizenden jonge palingen voor Kampen en Zwartewaterland

Op Zaterdag 14 mei zijn in de gemeenten Kampen en Zwartewaterland zo’n 15.000 jonge palingen uitgezet in het Ganzendiep, de IJssel en het Zwartewater. Dit gebeurde op initiatief van peurvereniging KIJG. Traditioneel organiseert KIJG dit natuurproject in samenwerking met
De Stadserven Kampereiland e.o., de gemeenten Kampen en Zwartewaterland en Stichting DUPAN. Met deze uitzet van jonge palingen wordt op geheel vrijwillige basis bijgedragen aan het herstel van de palingstand in Nederland.

Burgemeester Sander de Rouwe van Kampen en burgemeester Eddy Bilder en wethouder Maarten Slingerland van Zwartewaterland, hielpen bij het uitzetten van de jonge palingen. Gemeenten, provincie en De Stadserven, staan achter deze vorm van natuurbeheer, waarbij wordt bijgedragen aan de natuur, maar ook aan de instandhouding van een mooie culturele traditie. De uitzetdag van peurvereniging KIJG werd dit jaar voor de dertiende maal georganiseerd.

De peurvereniging bracht via haar leden geld bijeen voor de aankoop van de jonge visjes. Stichting DUPAN heeft via het Eel Stewardship Fund® het totale bedrag verdubbeld tot 6.000 euro. KIJG en DUPAN dragen duurzaamheid hoog in het vaandel. De hoeveelheid paling die KIJG uitzet, is dan ook vele malen groter dan er door de 40 actieve leden van de peurvereniging op jaarbasis wordt gevangen.

De paling kan vanuit het uitzetgebied – als ze eenmaal volwassen is – naar het IJsselmeer zwemmen en van daaruit, naar zee op weg naar de paaigronden in de Sargassozee. Zo zal een deel van de uitgezette paling zeker zorgen voor nieuwe jonge paling in Europa.

Op Schiphol in beslaggenomen palinkjes weer vrijgelaten

De afgelopen week op Schiphol in beslag genomen palinkjes – zogenaamde glasalen – zijn vrijdag weer vrijgelaten in de natuur. De douane nam op de luchthaven 100 kilo glasaal, die drie Maleisiërs naar Azië probeerden te smokkelen, in beslag. Experts van Stichting DUPAN ontfermden zich in samenwerking met de NVWA over de 300.000 jonge palingen en hebben ze weer vrijgelaten in de Randmeren, in de omgeving van Harderwijk.

Alex Koelewijn van DUPAN licht toe: “Het was zaak de glasaal zo snel mogelijk weer vrij te laten. Nadat was vastgesteld dat het inderdaad om Europese glasaal ging, hebben we onze specialisten direct aan het werk gezet om zoveel mogelijk palinkjes een overlevingskans te bieden.”

De smokkel van glasaal, jonge paling, is ’s werelds grootste wildlife crime. Jaarlijks halen koeriers uit Azië ze weg uit Europa. Om de palingstand in Europa te beschermen staat paling echter op de Cites-lijst Appendix II en is export buiten de EU streng verboden. Stichting DUPAN zet zich in internationaal verband, samen met de Sustainable Eel Group, sinds 2016 in om deze smokkel te voorkomen.

Koelewijn: “Helemaal uitbannen lukt niet, zo denken wij. Op de Chinese markt wordt voor deze glasaal vijf- tot tienmaal zoveel geboden als in Europa. Daar worden ze opgekweekt tot palingen voor consumptie. En dat is kwalijk, want het Europese quotum bestaat niet voor niets. De hoeveelheid paling die wij in Europa mogen consumeren is streng gereguleerd, om de paling te beschermen. Daarom moet er alles worden gedaan om smokkel naar Azië tegen te houden. Goed dat alerte douanebeambten op Schiphol de smokkelaars betrapten.”

Sinds 2019 is de douane in de EU extra oplettend en worden regelmatig smokkelbendes opgerold. Daarnaast werkt een groot deel van de Europese sector inmiddels met een gecertificeerde standaard voor een ‘chain of custody’, waarmee legaal gekochte glasaal overal traceerbaar is. Dat heeft ertoe geleid dat de smokkel in de afgelopen jaren sterk is teruggedrongen.


De glasaaltjes worden overgezet op de boot.

glasaal uitzetten
De glasaaltjes worden uitgezet in hun nieuwe leefgebied.

Uitzetten miljoenen jonge palingen helpt de natuur

Ouddorp, 15 maart 2022 – Zuid-Holland, Zeeland en Friesland kregen er vandaag miljoenen jonge palingen bij; in totaal 2,35 miljoen. Het uitzetten van jonge palingen is sinds 2010 een maatregel binnen het Europese en Nederlandse aalbeheer, om de palingstand te vergroten. De lichte stijging van het aantal jonge palingen in Europa is een teken dat de maatregel effect heeft.

In tegenstelling tot wat door sommige milieubewegingen wordt beweerd, stijgt de hoeveelheid glasaal die jaarlijks terugkeert aan de Europese kusten sinds 2011. Het is een lichte, maar wetenschappelijk aangetoonde stijging (bron ICES). Hoe dan ook, het aalbeheer in de EU heeft ervoor gezorgd dat de achteruitgang van de hoeveelheid glasaal is gestopt en weer opklimt. Door glasaal uit te zetten, wordt de palingstand vergroot, krijgen meer palingen de kans om op te groeien en geslachtsrijp te worden, om uiteindelijk voor meer jongen te zorgen. Het is nog een lange weg terug tot de palingstand voldoende hersteld is. Door goed beheer van natuur en visserij, én door het herstellen van de natuurlijke routes voor intrek van jonge paling, is er goede hoop dat de huidige stijging zich voortzet.

De jonge palingen, ook wel glasaal genoemd vanwege hun volledig doorzichtige lijfje, zijn afkomstig uit de riviermondingen in Frankrijk, maar geboren voor de Mexicaanse kust, in de Sargassozee. Ze zijn door de golfstroom meegevoerd naar de Europese kusten, van waar ze proberen ze via de rivieren het zoete water in te trekken. De kustbeschermingen belemmeren dat echter. Ieder jaar stellen wetenschappers daarom een beperkt quotum vast, voor de hoeveelheid glasaal die mag worden opgevangen en uitgezet, om bij te dragen aan de groei van de palingstand.

Er is in totaal rond de 790 kilo glasaal uitgezet. Dat zijn ongeveer 2,35 miljoen stuks jonge palingen. Dit voorjaar worden er nog op verschillende plaatsen in Nederland jonge palingen uitgezet in door de overheid geselecteerde gebieden, die voor herbevolking zijn geschikt. Wanneer de glasalen tot volwassen palingen (schieralen) zijn uitgegroeid, kunnen ze vanuit die gebieden vrijuit naar de Atlantische Oceaan zwemmen om in de Sargassozee weer voor nageslacht te zorgen.

Deze uitzet wordt mede mogelijk gemaakt door het Ministerie van LNV. Voor de aankoop van glas- en pootaal is steun verleend vanuit het Europees Maritiem, Visserij en Aquacultuur Fonds (EMVAF).

Europees Fonds voor
Maritieme Zaken en Visserij

 

Palingkwekerijen volledig over op SEG-gecertificeerde glasaal

Alle Noord-Europese palingkwekerijen zijn seizoen 2021/2022 volledig overgeschakeld op SEG-gecertificeerde glasaal. De palingkwekerijen zetten daarmee een grote stap op weg naar verduurzaming van de gehele palingleverantie binnen de Europese Unie.

De SEG-Standard certificeert de glasaalvisserij en voorziet de glasaalhandel, palingkwekerijen en -rokerijen/handelaren van een chain-of-custody certificaat. Elke geleverde paling is daarmee herleidbaar tot de bron, van glasaalvangst tot eindproduct. Gecertificeerde glasaal is een belangrijke stap in die keten, omdat gecertificeerde glasaalvissers gegarandeerd vissen volgens de meest duurzame methodes, met meer dan 95% overleving tijdens de vangst en het transport, waar voorheen 50% niet uitzonderlijk was. Bovendien zijn alle vangsten per visser en waar deze zijn geleverd inzichtelijk. Grote smokkelprijktijken, zoals deze de laatste jaren voorkwamen richting China, worden daarmee zo goed als onmogelijk.

Voor twee lokale kwekerijen in Zuid-Europa kwam de omschakeling net te vroeg. Deze zijn nog niet SEG-gecertificeerd. Alle overige kwekerijen in Europa zijn inmiddels gecertificeerd voor het SEG Chain of custody certificaat, conform de SEG Standard 6.0

Glasaal voor uitzet/ herbevolking

Van alle gevangen glasaal wordt 60% uitgezet voor verbetering van de palingstand op plaatsen in Europa waar de vis zelf niet of nauwelijks komen kan. Overheden en organisaties die in EU-lidstaten verantwoordelijk zijn voor deze uitzet, schakelden dit jaar ook zoveel mogelijk over op SEG-gecertificeerde glasaal.

In Frankrijk, waar 85% van alle Europese glasaal wordt verkregen, zijn inmiddels tweederde van alle visserijen en de drie grootste handelaren SEG-gecertificeerd. Deze bedrijven zijn samen in staat om de gehele markt voor kweek en herbevolking van gecertificeerde glasaal te voorzien.

Reactie van het blad Aquacultuur op advies ICES

Geachte Commissie,

Hierbij een redactioneel uit de nieuwste editie van het blad Aquacultuur, waarin de redactie zijn zorgen uitspreekt over de mogelijke gevolgen van het recente advies van ICES (International Council for Exploration of the Sea) aan de Europese Commissie. Het advies houdt in dat alle visserij op paling, en dus ook de visserij op glasaal, zou moeten stoppen. Indien opgevolgd door de EC zou dit leiden tot een onmiddellijke stop op de kweek van paling en het faillissement van de kweekbedrijven, die zich vrijwel allemaal gespecialiseerd hebben op de kweek van deze vissoort. Indien achteraf zou blijken dat het besluit onvoldoende onderbouwd was is de economische schade compleet en de paling ook al niet geholpen.

De redactie van Aquacultuur komt tot de conclusie dat het ICES advies niet is gegrond op nieuw onderzoek, of nieuwe gegevens, terwijl geen aandacht werd gegeven in het ICES advies aan eerdere aanbevelingen van hetzelfde ICES en onafhankelijke onderzoekers. De huidige praktijk, gesteund en grotendeels uitgevoerd door vissers en kwekers, zorgt er voor dat glasaal “over de dijk” wordt gezet om juist die binnenwateren te bevolken, waar paling vroeger van nature voorkwam, maar die ten gevolge van waterbeheer niet meer toegankelijk zijn voor glasaal. Evenzo wordt schiere aal over de dijk gezet en op weg geholpen naar de paaigebieden in de Sargassozee. Sedert instelling van deze praktijk is de daling in de jaarlijkse toestroom van glasaal voor de Europese kusten tot staan gekomen. Niet bewezen is overigens dat deze stabilisatie het gevolg is van het huidige terugzetbeleid. We spreken in ons commentaar de vrees uit dat andere dan wetenschappelijke argumenten een rol speelden bij het totstandkomen van het laatste ICES advies. We pleiten er voor om nationaal en in EU verband geen onomkeerbare besluiten te nemen voordat de gevolgen van het huidige beleid voldoende zijn onderzocht.

Voor de goede orde: de redactie van Aquacultuur, evenals het Genootschap voor Aquacultuur (NGVA, dat onderzoekers, voerproducenten, vis-, mossel-, oester en wiertelers op persoonlijke titel verenigt) zijn groot voorstander van het voorzorgsbeginsel bij de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen, maar wij vinden ook dat dit beginsel niet ten onrechte in stelling gebracht moet worden.

Artikel uit Aquacultuur: Wie bedreigen de paling: vissers of natuurbeschermers?

Hoogachtend,

Redactie Aquacultuur

Sportvisserij Duitsland (DAFV) vreest dat negatieve effecten zullen overheersen

https://dafv.de/projekte/europaarbeit/item/504-ices-empfiehlt-pauschales-europaweites-fangverbot-fuer-den-europaeischen-aal

In het vangstadvies voor de Europese aal, gepubliceerd op 4 november 2021, roept de International Council for the Exploration of the Sea (ICES) expliciet op tot opschorting van alle palingvisserij in 2022. Dit advies heeft betrekking op de beroeps- en recreatievisserij en omvat ook de visserij op glasaal voor herbevolking en aquacultuur.

Sportvisserij Duitsland (DAFV) vreest dat negatieve effecten zullen overheersen

Sinds 2017 heeft de DAFV herhaaldelijk gewaarschuwd dat een algemene, Europa-brede visserijstop het Europese palingbestand niet zal helpen. Vanuit het oogpunt van de DAFV zijn vooral de volgende negatieve effecten het gevolg van zo’n Europa-brede visserijstop:

  • Vissers en hengelaars zijn de “ogen en oren” van het water. Als dit controlemechanisme verdwijnt in combinatie met de algemene consumptie van palingproducten, valt te vrezen dat we de maatschappelijke aandacht voor en bewustwording van het palingprobleem volledig uit het oog verliezen.
  • Duitse hengelaars en de Europese commerciële palingsector (visserij, aquacultuur, verwerking, handel) steunen al jaren actief maatregelen die bijdragen aan het herstel van de Europese palingpopulatie. Een einde aan de palingvisserij betekent ook het einde van al deze maatregelen zoals uitzet, paling over de dijk, onderzoekfinanciering, herstel van de waterkwaliteit, het wegnemen van belemmeringen voor migratie en de daaruit voortvloeiende toename van leefgebied.
  • De glasaalstroperij aan de Europese Atlantische kusten en de daaropvolgende illegale export naar Azië zijn te lucratief om tegengehouden te kunnen worden met een visserijverbod.
  • De vrees bestaat dat ongecontroleerde stroperij hoogtij zal vieren door het ontbreken van recreatieve en professionele visserij en dat de gevolgen veel erger zullen zijn dan een verantwoorde en goed gecontroleerde markt die in overeenstemming is met de EU-palingverordening.

De effecten van algemene vangstverboden worden vaak onvoldoende onderzocht

Het is betreurenswaardig dat algemene visserijverboden door veel belangengroepen worden beschouwd als een zogenaamd gemakkelijk te implementeren en effectief middel. Onderzoek naar en bewijs van reële, ecologische en sociaal-economische effecten zijn meestal niet beschikbaar.

De redenen voor het wijzigen van de ICES-aanbeveling zijn onbegrijpelijk

De afgelopen 10 jaar heeft ICES altijd opgeroepen om ALLE door de mens veroorzaakte effecten op de palingpopulatie zoveel mogelijk te verminderen. Hier werd waterkracht uitdrukkelijk genoemd als een belangrijke risicofactor (bijv. ICES, 2020). Het huidige vangstadvies stelt alleen dat alle andere door de mens veroorzaakte sterftecijfers voor paling waar mogelijk moeten worden geminimaliseerd. Vanuit het oogpunt van de DAFV geeft deze vage generalisatie een verkeerd signaal af aan degenen die verantwoordelijk zijn voor de hoge palingsterfte door waterkrachtturbines en het verlies van leefgebied voor paling door waterbouwwerken (dammen, dijken, sluizen, etc.).

Al in 2019 erkende de ICES dat de achteruitgang van de bestanden na de invoering van de EU-palingverordening in 2007 sinds 2011 is gestopt. Aanwijzingen voor verhoogde visserijsterfte, die plotselinge een vangststop rechtvaardigen, zijn niet te vinden in het nieuwe vangstadvies van de ICES. Het plotselinge gewijzigde gezichtspunt van het ICES-advies is dan ook onbegrijpelijk voor de DAFV.

Wat is de volgende stap?

De verwachting is dat de EU-ministers van Visserij tijdens hun bijeenkomst medio december zullen onderhandelen over hoe verder te gaan met de vangstmogelijkheden voor Europese aal in 2022. Het ICES-advies maakt deel uit van de onderhandelingen en kan een rol spelen bij de besluitvorming. De uitkomst van deze onderhandelingen licht vooralsnog volledig open.

Reactie DUPAN op ICES/ Acom advies Europese paling

Organisaties die zich inspannen voor de verbetering van de palingstand, zijn verbaasd over het afgelopen uitgebrachte voorstel van ICES, de internationale raad voor de exploitatie van de zee, om de visserij op paling stop te zetten. Volgens Stichting DUPAN is het juist aan de visserij te danken dat de palingstand de afgelopen 10 jaar licht is toegenomen. Het ICES-advies bevat volgens DUPAN een flink aantal onjuiste uitgangspunten.

“Het lijkt erop dat ICES het spoor volledig bijster is”, zegt Alex Koelewijn van Stichting Duurzame Palingsector Nederland (DUPAN). Nadat Dr. Willem Dekker in de 80-er jaren de noodklok luidde, werd de Europese Aalverordening ingevoerd om de palingstand vooruit te helpen. Afgelopen jaar is deze verordening door de Europese Commissie geëvalueerd en vanwege de vooruitgang, bestempeld als “fit for purpose”. Het is dan ook onbegrijpelijk dat ICES dit advies uitbrengt. Het gevaar is dat jonge paling Europa niet meer in komt, volwassen paling massaal sterft in gemalen en stropers het water leegroven.

Jonge paling neemt juist toe

Jonge paling wordt op de oceaan geboren. 85% van alle jonge paling komt via de Franse kusten Europa binnen. De hoeveelheid jonge paling die daar de rivieren probeert binnen te trekken, neemt al sinds 2011 toe. De Franse wetenschap adviseert dit jaar dan juist ook om het vangstquotum van deze zogenoemde glasaal te verhogen.

Uitzet van jonge paling uit voorzorg

60% van de glasaal (zo’n 30 miljoen stuks) die in Frankrijk volgens het wetenschappelijk vastgestelde quotum wordt gevangen, wordt elders in Europa in de natuur uitgezet. Er is weliswaar onvoldoende wetenschappelijk bewijs dat dit de natuurlijke populatie verbetert, maar verschillende onderzoeken wijzen daar wel degelijk op.
Bovendien weet slechts 10% van de 440 ton glasaal (=1,5 miljard jonge palingen) zelfstandig de rivieren op te trekken en het leefgebied te bereiken. De rest sterft voor de kust, die potdicht zit. Daarom wordt een deel van de glasaal door beroepsvissers langs de kustbarrières geholpen en in de natuur uitgezet.

Ook in Nederland hulp visserijsector noodzakelijk

Nederland staat vol met dijken, gemalen en sluizen, maar ook waterkrachtcentrales. Deze barrières veroorzaken veel sterfte onder de palingpopulatie en belemmeren de vrije doortocht van palingen die terug naar zee willen om te paaien. Nederlandse beroepsvissers helpen geslachtsrijpe palingen langs deze barrières, zodat ze vrijuit naar zee kunnen trekken. Diezelfde vissers zorgen voor herbevolking met jonge paling in slecht bereikbare zoetwatergebieden.

Stroperij zo goed als lamgelegd

Door de invoering van de SEG Standard met zijn strenge controles, is de stroperij op glasaal, die in China duizenden euro’s per kilo waard is, zo goed als lamgelegd. De omvang van deze illegale visserij was in de afgelopen jaren vijfmaal zo groot als de legale visserij. De consequentie van de door ICES voorgestelde visserijstop, is dat stroperij en illegale handel opnieuw hoogtij zullen vieren.

DUPAN stelt vast dat het ICES-advies de klok minstens twintig jaar terugzet. Zij staat niet alleen in haar opvatting, dat het nieuwe ICES-advies contraproductief zal zijn. De Sustainable Eel Group, de Europese organisatie van wetenschappers, NGO’s en de beroepssector heeft het ICES-advies inmiddels krachtig van de hand gewezen.

Over Stichting DUPAN

DUPAN is het samenwerkingsverband van palingkwekers (NeVeVi), palingvissers (netVISwerk) en palinghandelaren (NeVePaling) om het herstel van de palingstand in Nederland te bevorderen. DUPAN beheert het Eel Stewardship Fund® voor Nederland. Naast het herbevolken van Nederlandse wateren met jonge paling, investeert de stichting met dit fonds in het over de dijk naar zee helpen van volwassen palingen en in gericht wetenschappelijk onderzoek.

Voor meer informatie:
Meer informatie over dit bericht: Stichting DUPAN, Norbert Jeronimus, 06 539 539 59, njeronimus@dupan.nl

Waarom de sector zich niet kan vinden in het palingdebat van Good Fish

De sector voelt zich overvallen door de uitnodiging van Good Fish voor een palingdebat. DUPAN was niet op de hoogte van de organisatie van het debat en werd niet betrokken bij de inhoudelijke voorbereiding ervan. Zij kan zich niet vinden in de gekozen debatvorm en wil, opdat een inhoudelijk sterk debat gevoerd kan worden, eerst nader in gesprek met Good Fish.

Sinds de invoering van het Europese aalbeleid in 2009, waarbij maatregelen zijn ingesteld voor natuurbeheer en visserijbeperking, is er discussie over de effectiviteit ervan. Daarbij liggen de meningen over de manier waarop de palingstand het best kan worden beheerd ver uiteen. Sommige partijen nemen daarbij extreme standpunten in. Aan het ene uiterste roepen partijen als ICES, WNF en GoodFish op om de visserij te stoppen. Aan het andere uiterste bevinden zich individuen die juist voor het loslaten van veel maatregelen zijn.

Stichting DUPAN plaatst zich met haar “people-planet-prosperity-benadering” bewust links van het midden. Zij is van mening dat er een balans moet zijn tussen effectief natuurbeheer en een goed beheerde, beperkte exploitatie, gericht op een gezonde palingpopulatie. Daarmee schaart zij zich achter het overheidsbeleid, dat bij de laatste evaluatie door de Europese Commissie als “fit for purpose” werd bestempeld.

In het verleden hebben de sector en Good Fish geprobeerd om tot een gezamenlijke visie over de juiste aanpak van het aalbeleid te komen. Tot een vergelijk heeft dat nog niet geleid. Het voorgestelde debat komt dan ook te vroeg. DUPAN is van mening dat je in een “snelkookpan- sessie” van drie kwartier een al 10 jaar durend debat niet kunt beslechten. Het risico van polarisatie ligt dan op de loer, terwijl partijen met elkaar juist de verdieping moeten zoeken.

Paling komt overal in Europa voor en ondervindt in heel Europa gelijksoortige problemen. Terwijl de visserijinspanning onder het huidige beleid inmiddels sterk is teruggebracht, is er nog te weinig gedaan aan effectief natuurbeheer. Dat dit niet lokaal, maar op Europees niveau moet worden opgelost, behoeft geen betoog. Toch worden extreme standpunten vaak vanuit een lokaal perspectief bekeken. Natuurorganisaties zien in Nederland weinig vooruitgang in de hoeveelheid jonge paling. Elders in Europa ziet men die aanwas juist wel. Terwijl eerder genoemde partijen roepen om een visserijstop, pleiten wetenschappers in Frankrijk, waar het gros van de jonge paling zit, juist voor een verruiming van het visserijquotum vanwege de daar al 10 jaar stijgende hoeveelheden.

DUPAN kiest voor een gezamenlijke, internationale aanpak. Op dit moment wordt er vanuit Brussel een stevige inzet gepleegd om een verantwoord gebruik van de palingstand te certificeren. Internationale wetenschappers en NGO’s, en onafhankelijke certificeerders werken samen met de Europese palingsector om dit binnen afzienbare termijn tot stand te brengen. Daarna kunnen restaurants en winkels in Europa zelf bepalen of zij gecertificeerde paling in hun aanbod opnemen.