Brussel besluit tot inperking van palingvisserij op zee

Op advies van de visserijministers in Europese commissie is de EU-Raad vandaag tot overeenstemming gekomen over aanvullende maatregelen om de palingstand verder te beschermen. Afgesproken is dat de visserij op zee, op paling groter dan 12 centimeter, in alle Europese lidstaten in het migratieseizoen gedurende drie maanden wordt gesloten.

Het is aan de lidstaten om voor 1 juni 2018 te bepalen welke drie maanden dit moeten zijn. Dat is in ieder geval tussen 1 september en 31 januari, met ingang van 2018. De aangegeven periode is het migratieseizoen, de periode waarin geslachtsrijpe schieralen richting de Sargassozee trekken om voor nageslacht te zorgen.

De nu voorgestelde maatregel is in Nederland al sinds 2009 van kracht: Vanaf 2010 is de visserij in Nederland gesloten in de maanden waarin de volwassen paling naar de oceaan trekt. Bovendien geldt dit in Nederland niet alleen op zee, maar ook in zoetwater.

Lidstaten en de Europese Commissie hebben in een gezamenlijke verklaring afgesproken om werk te maken van bestaande aalbeheerplannen, herbevolkingsprojecten te evalueren en illegale export van glasaal te bestrijden. DUPAN is blij met deze verklaring vanuit Europa. Zij beantwoordt in het bijzonder aan de oproep van DUPAN voor een veel bredere aanpak, overal in Europa. DUPAN wil dat de migratiemogelijkheden en de leefomgeving van paling in Europa snel worden verbeterd. Sinds 2010 werkt DUPAN samen met de Sustainable Eel Group (SEG) om overal in Europa natuurbeheerprogramma’s op te zetten. Van de aanleg van aalladders en herbevolking met jonge paling, tot herstel van riviermondingen en oplossing van barrières in de trekroutes. Zodat paling zelfstandig ons land in-en-uit kan zwemmen.

Haken en ogen aan vangstverbod op volwassen paling in zee

Nederland kritisch over voorstel van de Europese Commissie.

De Europese commissie heeft een algeheel vangstverbod voorgesteld op alle paling in zee, groter dan 12 centimeter. Dit voorstel kan volgens de sector een goede stimulans zijn voor de palingstand, maar dan moeten wel de beheermaatregelen die in Nederland al bovenwettelijk door vissers zijn getroffen worden meegenomen in de plannen.

Het vangstverbod zou moeten gelden van de Noord-Atlantische kust tot en met de Baltische Zee, in de maritieme wateren. Met deze maatregel wil de commissie vooral de naar open zee trekkende palingen te beschermen. Volwassen palingen trekken in het najaar naar de Sargassozee (Noord-Amerika) waar ze hun nakomelingen krijgen. Die komen dan in het voorjaar weer terug aan de kust.

Vanuit handel en visserij wordt kritisch naar het voornemen van de EU gekeken.

Voorzitter Alex Koelewijn: “In principe is het goed om de palingen die naar open zee trekken richting de paaigronden te beschermen. Maar als dit te eenzijdig gebeurt, wordt goed beheer gefrustreerd terwijl een vangstverbod alleen nauwelijks effect heeft op het herstel van de palingstand. De echte winst voor de natuur valt te behalen in het herstellen van de trekroutes voor paling. De palingen moeten dijken, sluizen en gemalen die de kust scheiden van het binnenwateren vrij kunnen passeren.”

Albert-Jan Maat, voorzitter van netVISwerk onderschrijft de stelling van DUPAN.

“Goed gereguleerde, gecontroleerde visserij is noodzakelijk voor effectief beheer van de palingstand. Nederland loopt daarin voorop. Onze beroepsvissers zetten jonge paling uit, houden een hogere minimale maat voor vangst aan en helpen volwassen dieren terug naar zee. De visserij op paling kan goed beheerd plaatsvinden, dat heeft de pilot in Friesland bewezen. De aanvraag van de staatssecretaris daarvoor ligt in Brussel, maar wacht op antwoord. Nu is er wel een voorstel vanuit de commissie dat met onze inspanningen geen rekening houdt en dat betreuren wij.”

Alle inspanningen van de sector zijn erop gericht om de uittrek naar open zee van schieralen te vergroten.  Aangenomen wordt dat wanneer het aantal paaiende palingen stijgt, er in het voorjaar ook meer jonge paling (zgn. glasaal) zal zijn. Dat is gunstig voor de ontwikkeling van de natuur.

In het najaar wordt in Nederland het grootschalige project ‘Paling Over De Dijk’ georganiseerd. Van september tot en met november helpen beroepsvissers vele duizenden geslachtsrijpe palingen over de water barrières richting zee, zodat ze hun paaigronden in de oceaan kunnen bereiken. Het project wordt uitgevoerd bij o.a. belangrijke gemalen en waterkrachtcentrales. Ook met dit project werkt de sector aan de verbetering van de palingstand.

Friese vissers zetten 700 puberende palingen over de dijk

Friese vissers zetten zaterdag 21 oktober 700 geslachtsrijpe palingen van gemiddeld een kilo per stuk, over de dijk bij Harlingen. Afgelopen week zetten de vissers al 300 kilo richting zee. De palingen, in totaal 1.000 kilo, kwamen uit hun vangstquotum. De Friese vissers geven daarmee een extra impuls aan de verbetering van de palingstand in Nederland.

Palingen trekken in het najaar richting zee, maar worden belemmerd door gemalen. Beroepsvissers vangen daarom in de maanden september tot en met november geslachtsrijpe palingen vlak voor die gemalen weg en zetten ze achter de waterbarrières weer uit, zodat ze kunnen ontsnappen naar open zee. In de oceaan krijgen palingen jongen, die uiteindelijk weer naar Europa en Nederland komen.

Gebruikers en beheerders van binnenwateren, zoals beroepsvissers, sportvissers, waterschappen, elektriciteits- en watermaatschappijen, natuurorganisaties, provincies, zijn bezorgd over de lage palingstand. Tot dat de waterbarrières zijn aangepast en de palingen er zelf weer langs kunnen, geven zij met het DUPAN-project "Paling Over De Dijk" een belangrijke stimulans aan de palingstand.

Samenwerkende organisaties

In dit project werkt de Stichting DUPAN samen met:

 

Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Waterschap Amstel, Gooi en Vecht

Waternet

Wetterskyp Fryslân

Hengelsportvereniging Hollands Kroon

Sportvisserij Zuidwest-Nederland

Sportvisserij Friesland

NUON

Waterbedrijf Evides

Rijkswaterstaat

Ministerie van EZ

 

Paling Over De Dijk vindt in 2017 plaats in de provincies: Friesland, Gelderland, Noord-Brabant, Noord-Holland en Zeeland

SEG bepleit oprichting internationale instantie voor palingbeheer

Op 9 en 10 oktober vergaderen de EU ministers van visserij over een voorstel van de Europese Commissie voor een verbod op palingvisserij in de Oostzee. Het betreft een noodmaatregel, omdat de EU-Palingverordening uit 2007 als mislukt wordt beschouwd: de gestelde doelen zijn niet behaald en de benodigde bescherming niet bereikt. De Sustainable Eel Group (SEG) is er echter van overtuigd dat deze maatregel niet effectief is en roept daarentegen op tot een veel bredere aanpak om de palingstand te verbeteren.

SEG is een Europese NGO met als missie een versneld herstel van de palingstand. Zij doet nu een oproep aan de EU om deze impasse te doorbreken. Een verbod op visserij in bepaalde gebieden is geen langetermijnoplossing voor het effectief beheren van de palingstand op internationaal niveau. Er zijn vele factoren die meespelen in de afgenomen palingstand: verlies van leefgebied, vervuiling, obstakels in migratieroutes (door watermanagement zoals kustbescherming, gemalen), waterkrachtcentrales en overbevissing. Een complex probleem dat niet kan worden opgelost met regionale noodmaatregelen die enkel op de visserij van toepassing zijn. SEG is ervan overtuigd dat een volledige evaluatie van de Aalverordening noodzakelijk is.

In de afgelopen 60 jaar is de palingstand in heel Europa drastisch gedaald. De Europese aal is zowel op cultureel, ecologisch en economisch gebied een erg belangrijke diersoort en dient daarom goed beschermd te worden. In heel Europa en Noord-Afrika bestaat een palingcultuur. De verwerking en verkoop van paling is van grote waarde en de totale werkgelegenheid omvat duizenden banen. SEG schat de totale waarde op ongeveer 750 miljoen euro per jaar.

In 2003, tijdens de voorbereidingen van de Aalverordening 2007, verscheen er een publicatie van de Commissie[1], met daarin een discussie over het opsplitsen van verantwoordelijkheden voor het beheren van de palingstand tussen de EU en de lidstaten. De Commissie overwoog onder andere de “mogelijkheid voor het ontwikkelen van een bestuursorgaan” voor het coördineren en arrangeren van nationale en internationale beschermende maatregelen. Tot op heden is zo’n managementorganisatie nooit opgericht. Met als resultaat dat nationale beschermingsmaatregelen ongecoördineerd worden doorgevoerd en ineffectief blijken.

SEG gelooft dat stapsgewijze veranderingen nodig zijn om ervoor te zorgen dat de paling effectief wordt beschermd en duurzaam wordt benut, in de vorm van het oprichten van een internationale organisatie zoals besproken in 2003, om zo doelmatige en effectieve bescherming te coördineren en stimuleren, zodat duurzame visserij mogelijk wordt en er een betrouwbaar beheersysteem komt voor het herstel van de palingstand.

 




 

DUPAN steunt een verantwoorde aanpak palingvisserij in Baltische Zee

Gisteren heeft de Europese Commissie een verbod voorgesteld op sportvisserij en commerciële palingvisserij in de internationale wateren van de Baltische Zee. DUPAN ziet in dit voorstel een duidelijk signaal dat Europa zoekt naar meer bescherming van de paling, maar is ervan overtuigd dat een bredere aanpak van de palingproblematiek succesvoller is.

Het voorstel van de commissie is gebaseerd op een ICES-advies van mei dit jaar. Volgens dit advies hebben alle maatregelen die de EU vanaf 2007 heeft ingevoerd om de palingstand te beschermen nog niet tot de gewenste resultaten geleid. De palingstand is daarom nog steeds aangemerkt als ernstig bedreigd. De nieuwe voorgestelde maatregel moet de hoeveelheid uittrekkende, geslachtsrijpe palingen van de Baltische Zee naar de oceaan vergroten. Wetenschappers zien de hoeveelheid uitrekkende palingen als belangrijke voorwaarde voor verbetering van de palingstand.

Om die reden steunt DUPAN de gedachte van de commissie achter de voorgestelde maatregel. DUPAN is echter van mening dat een veel bredere aanpak nodig is: overal in Europa waar paling voorkomt en niet alleen gericht op visserij. DUPAN wil er daarnaast bij de DG Environment op aandringen de migratiemogelijkheden en de leefomgeving van paling in Europa snel te verbeteren.

Sinds 2010 werkt DUPAN samen met de Sustainable Eel Group (SEG) om overal in Europa zulke brede natuurbeheerprogramma’s op te zetten. Van de aanleg van aalgoten en uitzet van jongen paling en ‘paling over de dijk’ tot herstel van riviermondingen en oplossing van barrières in de trekroutes.

Er is geen vissoort die zo wijd verspreid is over Europa als paling. Daarmee vormt deze vis een uiterst goede indicator voor de toestand van rivierdelta’s, zeeën en oceanen Door verlies aan habitat spreekt men over een afname van het aalbestand tot 10% van de vorige eeuw, exacte cijfer ontbreken echter. DUPAN pleit daarom voor diepgaander onderzoek naar de biologische aspecten van paling en de  dynamiek van de palingbestanden. Met die kennis kan het beheer van paling effectiever worden ingericht.

In samenwerking met wetenschappers, NGO’s en de sector is een standaard ontwikkeld (de Stustainable Eel Standard) die de palingstand helpt te beschermen en zorgt voor een verantwoorde benutting. Deze standaard is in veel landen omarmd en ondergaat op dit moment een onafhankelijke evaluatie ten behoeve van een ISEAL-accreditatie.

DG Mare neemt polshoogte bij Decentraal Aalbeheer in Friesland

Vertegenwoordigers van de Friese beroepsvissers, ministerie van EZ en DUPAN en VBC Friesland hebben vlak voor het zomerreces Evangelia Georgitsi – teamleider van Common Fisheries Policy, DG Mare – ontvangen in het Friese Grou. Zij was er op uitnodiging van het netVISwerk-bestuur om zich op de hoogte te stellen van het pilotproject van Decentraal Aalbeheer, dat sinds 2011 in Friesland loopt.

Decentraal Aalbeheer is gericht op een meer duurzame visserij, waarbij de hoeveelheid visserij beheerst is en er voldoende data wordt verzameld om de visstand goed te kunnen beheren. Het is een alternatieve oplossing voor de gesloten tijd van 1 september tot 1 december, waarin beroepsvissers elders in Nederland niet op paling mogen vissen. De gesloten tijd is een maatregel uit het Nederlandse Aalbeheerplan. Die maatregel is destijds opgezet als een tijdelijke oplossing bij gebrek aan specifieke data over de aalstand in de verschillende regio’s. Vanwege de grote verschillen tussen de regionale visserijgebieden in Nederland is het altijd de wens geweest om aan gebied specifiek beheer te doen, ofwel: Decentraal Aalbeheer.

Voordelen van Decentraal Aalbeheer

Aan de gesloten tijd kleven volgens de vissers de nodige bezwaren. Zo houdt de maatregel geen rekening met de specifieke situatie voor paling in verschillende gebieden in Nederland. Daarnaast zorgt het voor een flink gat in de datacollectie. Juist daar ligt de kracht van Decentraal Aalbeheer. Omdat dit system geënt is op gegevens van vissers die van dag tot dag hun vangsten bijhouden binnen een vastgesteld quotum, zorgt het voor een rijkdom aan data. Tegelijkertijd zorgt Decentraal Aalbeheer voor een belangrijke afname van de druk op het rode aalbestand en een grotere uittrek van schieraal. Decentraal aalbeheer zorgt daarmee voor een veel bredere kijk op beheer van de natuurlijke aalpopulatie, vanuit zowel ecologische als culturele en maatschappelijke aspecten.

Onderzoek naar verdere uitrol

De pilot in Friesland die vanaf 2011 loopt  is succesvol gebleken. Het systeem is volwassen geworden en de Staatssecretaris heeft in een brief aan de Tweede Kamer geschreven dat hij bereid is om ook andere gebieden de mogelijkheid van Decentraal Aalbeheer te bieden. Dit is wel aan stringente voorwaarden verbonden, zo moeten onder andere álle vissers uit het gebied mee willen doen, moeten de vissers zelf voor een goed werkend controle- en registratiesysteem zorgen en is toestemming van de Europese Commissie nodig. Mevrouw Georgitsi werd uitgenodigd om Decentraal Aalbeheer in de praktijk te bekijken.

Guus Kruitwagen van ingenieursbureau Witteveen + Bos presenteerde de ontwikkelingen en bevindingen van Decentraal Aalbeheer vanaf de start in 2011 tot nu. Hij besteedde veel aandacht aan een app voor registratie van de vangsten en aanlandingen die de Friese vissers sinds 2014 in gebruik hebben. Met deze app wordt een half uur voor aanlanding de vangst doorgegeven. Eenmaal aangeland wordt de vangst bevestigd. Dit stelt onafhankelijke controleurs in staat om onaangekondigd controles uit te voeren.

Draagvlak onder de vissers

In 2017 is het draagvlak onder de Friese vissers voor decentraal aalbeheer 100%. Bij de start in 2011 was er vooral scepsis en collega vissers elders in het land hadden zelfs medelijden met de Friezen; zij zagen het niet echt zitten. Maar juist voor de vissers bleek Decentraal Aalbeheer grote voordelen op te leveren. Hoewel de vangsten voor hen nu gequoteerd zijn, kunnen zij dit quotum volvissen op een moment dat hen goed past. Dat verschilt per visser en per visserijgebied. Veel vissers kunnen daardoor bepaalde periodes gebruiken om op alternatieve wijze inkomsten te genereren en alleen te vissen in periodes die een efficiënte visserij toelaten. De grootste winst echter is er voor de palingstand: er wordt alleen gevangen wat er van te voren is bepaald.

In 2016 en 2017 werd de pilot voor Decentraal Aalbeheer zelfstandig door de Friese Vissers voortgezet, zonder begeleiding van Witteveen + Bos. Het systeem is nu zo ver dat het als voorbeeld kan dienen voor invoering in andere regio’s buiten Friesland. Daarvoor moet dan wel onderzocht worden naar quota die worden vastgesteld op duurzame niveaus en maatregelen die bijdragen aan het herstel van het bestand, zoals de teruggooi van kleine aal. Het moet vooral minstens zo effectief zijn als de 3 maanden gesloten tijd!

Waardevolle data verzameling

Mevrouw Georgitsi was met name benieuwd naar de vangsthoeveelheid. Deze is met 36.6 ton niet gestegen ten opzichte van de situatie in 2010, toen de Friese vissers nog te maken hadden met een gesloten tijd. Dat is het voordeel van een quotum: er wordt alleen gevangen wat er van tevoren is bepaald. Ook in datacollectie was Mevrouw Georgitsi zeer geïnteresseerd, omdat beschikbaarheid van data essentieel is voor goed beheer. Zowel voor het terugdringen van stroperij en het uitsluiten van onregelmatigheden als voor het effectief bijsturen van quota als de natuurlijke situatie dat gebiedt. Decentraal Aalbeheer voorziet in die behoefte.

Mevrouw Georgitsi gaf aan blij te zijn met de uitgebreide uitleg, omdat zij het normaliter moet doen met executive summaries die veel minder informatie geven. 

Tijdens het tweede deel van de dag is Mevrouw Georgitsi met een skûtsje op het water geweest en heeft gekeken hoe Ale en Jappie de fuiken lichtten. De Friese vissers lieten daarbij zien hoe te kleine paling ook consequent weer wordt teruggezet.  

Herbevolking Friese wateren met pootaal

In samenwerking het Ministerie van Economische Zaken heeft Stichting DUPAN meer dan een half miljoen jonge palinkjes uitgezet in Friesland. Beroepsvissers uit Friesland zetten de palinkjes vanaf hun boten in het water. In totaal zijn er dit jaar bijna 4 miljoen jonge palinkjes uitgezet. Daarmee kreeg de palingstand een flinke impuls.

De 574.000 jonge palinkjes die in Friesland zijn uitgezet, zogenaamde pootalen, kwamen begin dit jaar als glasaal aan bij de Franse kust. De afgelopen maanden hebben ze in een Nederlandse kwekerij doorgebracht om groter en sterker te worden, en zijn ze van glasaal (doorzichtig) veranderd in pootaal. De bestemming van pootaal voor herbevolking levert een direct natuurvoordeel op: in veel gebieden waar grote hoeveelheden glasaal voor de Europese kustbarrières zich ophopen, zoals de Engelse en Franse riviermondingen, zou anders het overgrote deel sterven. Door ze in het zoete water uit te zetten kan een groot deel overleven. De uitzet van palinkjes in Friesland vormt het sluitstuk van verschillende soortgelijke projecten. Vanaf dit voorjaar zijn er in Nederland bijna 4 miljoen jonge palinkjes uitgezet. Sinds 6 jaar wordt aan de Europese kusten een toename van de palingstand gemeten.

Glasaal wordt meegevoerd door oceaanstromingen vanaf hun geboorteplek in de 6.000 kilometer verderop gelegen Sargassozee (Bermudadriehoek). De jonge palingen kunnen niet zelfstandig langs de Europese kustbarrières komen om zoetwater te bereiken waar ze op kunnen groeien. In heel Europa geldt daarom de verplichting om jonge paling in zoetwater uit te zetten. Dit ligt vast in de Europese Aalverordening en het Nederlands Aalbeheerplan.

De pootaal wordt in Nederland uitgezet in door de overheid geselecteerde gebieden. Wanneer ze tot volwassen palingen (zogenaamde schieralen) zijn uitgegroeid, kunnen ze vanuit deze gezonde leefgebieden naar de Atlantische Oceaan zwemmen om in de Sargassozee voor nageslacht te zorgen. 

Projectpartners
Dit herbevolkingsproject wordt mede mogelijk gemaakt door het ministerie van EZ. Voor de aankoop van glas- en pootaal is steun verleend vanuit het Europees Fonds voor Maritieme zaken en Visserij. Het project wordt medegefinancierd door het Eel Stewardship Fund® en wordt gecoördineerd door Stichting DUPAN. In deze stichting werken palingkwekers, palingvissers en palinghandelaren samen om het herstel van de palingstand in Nederland te bevorderen. DUPAN beheert het Eel Stewardship Fund® voor Nederland. Naast het herbevolken van Nederlandse wateren met jonge paling, investeert de stichting vanuit dit fonds in het over de dijk helpen van volwassen palingen naar zee en in gericht wetenschappelijk onderzoek. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Randmeren herbevolkt met jonge paling

Op 10 maart 2017 is gestart met de herbevolking van de Nederlandse natuur met jonge paling. In Spakenburg, Almere en Harderwijk werden bijna 2 miljoen zogenaamde glasaaltjes uitgezet. Hiermee wordt een flinke impuls gegeven aan de palingstand.

De glasaaltjes zijn afkomstig van de Franse kust, meegevoerd door oceaanstromingen vanaf hun geboorteplek in de 6.000 kilometer verderop gelegen Sargassozee (Bermudadriehoek). De jonge palingen kunnen niet zelfstandig langs de Europese kustbarrières komen. Ze willen naar zoet binnenwater om op te kunnen groeien. In heel Europa geldt daarom de verplichting om jonge paling in zoetwater uit te zetten. Dit ligt vast in de Europese Aalverordening en het Nederlands Aalbeheerplan.

De herbevolking levert dan ook een direct natuurvoordeel op: in veel gebieden waar grote hoeveelheden glasaal vanuit zee zich ophopen, zoals de Engelse en Franse riviermondingen, zou anders het overgrote deel van die glasaaltjes sterven. Sinds 6 jaar wordt aan de Europese kusten een toename van de palingstand gemeten.

Vandaag werden bijna twee miljoen jonge palinkjes uitgezet, verdeeld over de Randmeren. Daarmee is de maximale draagkracht van die wateren benut (meer palingen kunnen er niet leven). Onder grote belangstelling van vertegenwoordigers van natuurorganisaties, visstandbeheerders, overheid en de vissector, zette beroepsvisser Gerard Heimensen met zijn kotter PU3 de eerste honderdduizenden krioelende aaltjes in het water rondom Spakenburg. De overige visjes werden uitgezet door collega-vissers op de Zuidelijke randmeren, de Veluwe randmeren en het Markermeer.

Deze gebieden zijn speciaal door de overheid geselecteerd. Wanneer de glasaaltjes tot volwassen palingen (zogenaamde schieralen) zijn uitgegroeid, kunnen ze vanuit deze gezonde leefgebieden naar de Atlantische Oceaan zwemmen om in de Sargassozee voor nageslacht te zorgen.

DUPAN zet tot en met juni nog jonge paling uit in de Nederlandse natuur.

Projectpartners
Dit herbevolkingsproject wordt mede mogelijk gemaakt door het ministerie van EZ. Voor de aankoop van glas- en pootaal is steun verleend vanuit het Europees Fonds voor Maritieme zaken en Visserij.

Het project wordt medegefinancierd door het Eel Stewardship Fund® en wordt gecoördineerd door Stichting DUPAN. In deze stichting werken palingkwekers, palingvissers en palinghandelaren samen om het herstel van de palingstand in Nederland te bevorderen. DUPAN beheert het Eel Stewardship Fund® voor Nederland. Naast het herbevolken van Nederlandse wateren met jonge paling, investeert de stichting vanuit dit fonds in het over de dijk helpen van volwassen palingen naar zee en in gericht wetenschappelijk onderzoek. 

Stichting DUPAN veroordeelt smokkel jonge paling

Griekse en Spaanse autoriteiten hebben met hulp van Europol en Eurojust een internationaal netwerk van criminelen ontmanteld. De criminelen worden ervan verdacht 10 ton glasaal (32.500.000 jonge palingen) te hebben gesmokkeld vanuit de EU naar China. Dat maakt Europol vandaag bekend via een persbericht.

Bij invallen in zowel Griekenland als Spanje werend in totaal 17 mensen gearresteerd. Daarbij werd 2 ton glasaal geconfisqueerd. Op de locaties werden daarnaast opslagdata, documenten, dure auto’s en een miljoen euro in contanten en goudstaven in beslag genomen.

Naar wordt aangenomen heeft de bende dit vangstseizoen zo’n 10 ton glasaal (32.500.000 jonge palingen) naar China gesmokkeld. Daar werd een slordige 10 miljoen euro winst mee gemaakt.

Stichting DUPAN is blij met de arrestatie van de criminelen veroordeelt de illegale handel in glasaal scherp. Volgens Alex Koelewijn schaadt de illegale handel de inspanningen van de Europese palingsector. Hij zegt daarover: “Illegale handel en stroperij vallen alleen te bestrijden door de traceerbaarheid waterdicht te maken. Als de autoriteiten samen met de sector de traceerbaarheid volledig weten te garanderen, door vanaf het moment van vangst een veel betere controle toe te passen, kunnen illegale handel en stroperij worden gestopt”.

Hij pleit dan ook voor de snelst mogelijke invoering van de Sustainable Eel Standard, een speciale standaard voor paling die de traceerbaarheid garandeert. Daarmee wordt het duurzaam gebruik en de beperkte benutting van paling zoals bedoeld in de Europese Aalverordening worden gewaarborgd.    

Paling in de Keuringsdienst van Waarde

Conclusies van de uitzending over paling

  1. Paling wordt goed beschermd door de Europese Aalregulering en is om die reden vrij verhandelbaar voor consumptie
  2. De palingstand vertoont al 6 jaar een stijgende lijn. Dit zet zich door in 2017.
  3. Het is wetenschappelijk onjuist dat paling met uitsterven is bedreigd.
  4. Een aantal Nederlandse (natuur)organisaties geeft misleidende informatie (de juiste info staat hier).
  5. Samenwerking tussen wetenschap, natuurorganisaties en sector is dé oplossing voor een goed palingstand.

Belangrijke aanvullende informatie

De oproep vanuit de wetenschap om samen te werken met de natuurorganisaties én de sector is er een naar ons hart. Een goede palingstand bereiken we het snelst door samen de schouders er onder te zetten.  Belangrijke NGO's zoals Wetlands International en vereniging Kust & Zee helpen al jaren mee. Maar enkelen, zoals WNF en stichting Noordzee nog niet. DUPAN is dan ook blij met de oproep aan hun adres.

Het programma laat belangrijke informatie onbelicht. DUPAN had graag gezien dat al het werk dat door de overheid, natuurorganisaties en de sector wordt uitgevoerd om de palingstand in Nederland en Europa te bevorderen, op een manier was weergegeven die rechtdoet aan de geboekte resultaten in de afgelopen 6 jaar:

Centrale vraagstelling van het programma
“Paling staat op een lijst van bedreigde diersoorten (IUCN), maar mag toch gewoon verkocht worden. Hoe zit dat eigenlijk?”

Het antwoord op die vraag is simpel: “alle vissoorten die goed worden beschermd, zijn vrij verhandelbaar voor consumptie. De maatregelen die voor zulke vissoorten gelden zorgen ervoor, dat het bestand goed wordt beheerd en indien nodig zelfs toe kan nemen. Dit geldt ook voor paling. Paling wordt goed beschermd volgens CITES en door de strenge regelgeving van de Europese Aalverordening 1100/2007, waarbij onder andere een vangstquotum is vastgesteld. De paling die in Europa wordt verkocht valt dus binnen die regelgeving en kan daardoor geheel verantwoord worden geconsumeerd.”

Een beschermde status zegt in feite niets over het wel-of-niet mogen eten. En hoe de mens, met een beperkte vangst, binnen het zelfherstellend vermogen van de natuur blijft.
 

Reacties wetenschap en natuurorganisaties

Naar aanleiding van de opnamen van het programma.

Dr. Willem Dekker, paling wetenschapper en aalbioloog

Wetenschapper Dekker deelt ons het volgende per e-mail mee:

"Ik zie dat de natuurbeschermers keer-op-keer de discussie vernauwen tot “to-eat-or-not”, eventueel ondersteund met wat vage cijfers – hetgeen uiteindelijk allemaal geen hout snijdt. Wat de Keuringsdienst er ook van maakt, ik wens ervoor te staan dat de Sustainable Eel Group (internationale wetenschap, NGO’s en de sector) een leidende rol heeft in het natuurherstel, en ik wens niet mee te gaan in kleine cijfertjes die niet zoveel zeggen. Het gebruik van dit soort cijfers door natuurbeschermers is misleidend, terwijl de sector positieve actie onderneemt. Ik hoop van harte dat we erin zullen slagen de natuurbeschermers een draai te laten maken. In de tussentijd heeft DUPAN een verhaal om trots op te zijn, en uit te dragen."

Andrew Kerr, voorzitter Sustainable Eel Group

Andrew Kerr laat namens de Sustainable Eel Group, die bestaat uit internationale top-wetenschappers op palinggebied en uit natuurorganisaties met diepgaande kennis van de paling-problematiek, het volgende weten:
 

“Als natuurbeschermer ben ik zeer positief over de Nederlandse palingsector, die veel meer maatregelen voor de bescherming van paling neemt dan de overheid in 2009 verplicht heeft gesteld.

De Sustainable Eel Group had de huidige internationale samenwerking tussen wetenschap, en natuurbeschermers niet kunnen vormen, zonder DUPAN’s inspanningen om de sector te hervormen. Wij zijn ervan overtuigd dat samenwerking tussen wetenschap, NGO’s en de sector goed is voor de toekomst van de paling.

DUPAN heeft een cruciale rol gespeeld rond de Sustainable Eel Standard, een gecertificeerde standaard voor verantwoord beheer en traceerbaarheid van paling, die is ontwikkeld door vooraanstaande Europese wetenschappers en natuurorganisaties. 

De Sustainable Eel Group werkt graag samen met sectororganisaties zoals DUPAN. Daardoor komt er geld beschikbaar om echt goede resultaten te boeken.”

Cy Griffinn, Wetlands International

‘"The European Eel is our flagship species" says Cy Griffin the programme leader from the European Association of Wetlands International, which is part of the global organisation whose purpose is the conservation and restoration of wetlands.

"Wetlands play a crucial role for eels particularly during the transition phase from salt to fresh water. Mankind has been draining wetlands for centuries and only recently fully understood their vital cleaning and balancing role within the natural world – vital too for helping to absorb the impacts of climate change. People throughout history have enjoyed eating eels and by sustainably managing the resource, it is possible to aid the recovery of the species while at the time creating benefits for people and nature. A goal of Wetlands International is that wetlands are restored for the role they play in local livelihoods and so sustainable and responsibly managed fisheries are integral to their future. These are complex issues that transcend national and social barriers so working together is the only way forward".

Waarom palingkwekers niet in Keuringsdienst van Waarde?

Kwekerijen zijn niet te zien in het programma. Dat had verschillende redenen.

Paling wordt gekweekt in recirculatiesystemen, onder sterk beschermde omstandigheden in een licht-arme omgeving. Filmcamera’s gebruiken lichtbronnen die op het delicate kweekproces een ongunstige uitwerking kunnen hebben. Ten tijde van de opnameplanning van de Keuringsdienst van Waarde kregen alle palingkwekerijen in Nederland de uiterst kwetsbare jonge glasaal binnen. Het maken van opnamen met een lichtbron en de onrust door teveel beweging in de kwekerij zou een onaanvaardbare verstoring met zich meebrengen. De kwekers hebben om die reden de opnamen geweigerd.

Een aantal kwekers was ten tijde van de opnames aan het verbouwen vanwege modernisering en uitbreiding.

Voor wie meer wil zien en weten over de kweek van palingen in Nederland, zie het artikel dat onlangs is gepubliceerd in Vis Magazine.